Duurzaamheid grond-, water- en wegenbouwprojecten (GWW)
De provincie werkt bij de aanleg en het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur, zoals wegen, vaarwegen en bruggen, aan het terugdringen van de CO2-uitstoot en primair materiaalverbruik, het klimaatadaptief inrichten van de infrastructuur en een schonere lucht. Dit doen we door onder andere het hergebruiken van asfalt en het gebruiken van emissieloos materiaal. Hiermee willen we klimaatverandering beperken, maar de provincie ook aanpassen aan de klimaatverandering die al optreedt. Ook werken we naar een circulaire economie een gezondere leefomgeving. Bij onze duurzame opgave houden we onder andere rekening met veiligheid, gezondheid en de wet- en regelgeving.
Doelstellingen verduurzaming
Bij het verduurzamen van de provinciale infrastructuur staan een aantal doelstellingen centraal.
CO2-reductie
Als provincie hebben we de ambitie om in 2030 onze infrastructuur zoveel mogelijk klimaatneutraal te hebben. Klimaatneutraal betekent dat de aanleg en het beheer en onderhoud van infrastructuur géén negatieve impact heeft op het klimaat door het voorkomen van de uitstoot van broeikasgassen, zoals CO2 en/of het compenseren van de uitstoot van broeikasgassen. In 2030 moeten we volgens de Klimaatwet 55% minder CO2-uitstoot hebben ten opzichte van 1990. Door de CO2-uitstoot bij de aanleg, beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur terug te dringen wordt een bijdrage geleverd aan het terugdringen van de opwarming van de aarde.
Wat doen we aan CO2-reductie?
Als provincie werken we standaard met de MilieuKostenIndicator (MKI). Dat betekent dat we in elke aanbesteding voorrang geven aan aannemers met een lage(re) MKI, in het contract sturen op MKI-waardes en in het ontwerp materiaalkeuzes maken op basis van MKI.
Terugdringen primair materiaalverbruik
Via het grondstoffenakkoord heeft de provincie afgesproken dat het gebruik van primaire grondstoffen met ten minste 50% wordt teruggedrongen in 2030 ten opzichte van 2016. Dit doen we door het hergebruiken van asfalt, beton, staal en zand. Door minder primaire grondstoffen te gebruiken werken we verder aan het toewerken naar een circulaire economie.
Klimaatbestendige infrastructuur
In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is afgesproken dat Nederland in 2050 klimaatbestendig is. Dat betekent dat de provinciale infrastructuur is aangepast aan klimaatverandering, waarbij maatregelen zijn genomen tegen wateroverlast door hevige buien, overstroming, hitte, droogte en storm. Daarmee blijven we als provincie in de toekomst ook veilig bereikbaar. Bij klimaatadaptatie staat het Drents Adaptatiebeeld centraal, waarin voor de infrastructuur is bepaald op welke plekken in de provinciale infrastructuur in de toekomst knelpunten kunnen ontstaan.
Schone lucht
Via het Schone Lucht Akkoord heeft de provincie afgesproken de uitstoot van fijnstof, NOx en CO2 met 75% terug te dringen ten opzichte van 2016. Om deze doelstelling te concretiseren is in oktober 2023 het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) door de provincie Drenthe ondertekend. Met het convenant wordt toegewerkt naar inzet van 100% emissieloze mobiele werktuigen en transportvoertuigen in 2035.