Winst voor mens en natuur door vergrote waterberging


Waterschap Noorderzijlvest en Natuurmonumenten vinden elkaar in De Onlanden

Stromende beken, uitgestrekte moerassen, bloemrijke hooilanden. Waar de otter rondscharrelt en de roerdomp broedt. Dat is De Onlanden, net onder stad Groningen. Een prachtig natuur-, recreatie- én waterbergingsgebied, om de Groninger voeten droog te houden. De klimaatverandering vereist nu uitbreiding van de waterberging. Maar dat kan de bijzondere natuur bedreigen. Waterschap Noorderzijlvest en Natuurmomenten over de oplossing!

Kraamkamer

De kraamkamer van Noord-Drenthe. Zo omschrijft Bart Zwiers vol lof De Onlanden. ‘Allerlei dieren vinden hier hun plek om te broeden en te leven. Van zeearend en slechtvalk tot roerdomp en otter. Een unieke plek is het.’ Bart is boswachter bij Natuurmomenten en kent het gebied als z’n broekzak. Hij was ook betrokken bij de nieuwe inrichting van De Onlanden, tussen 2008 en 2015. ‘Het mooie is dat natuur, landbouw, waterberging en mens hier samenkomen. De Onlanden is namelijk ook waterbergingsgebied, agrarisch gebied én geschikt voor recreatie.’

Tussen zand en zeeklei

Directe aanleiding voor de herinrichting was de grote wateroverlast in 1998: het water bedreigde stad Groningen en omgeving. Er waren maatregelen nodig, zoals meer waterberging. De Onlanden is van oorsprong een laaggelegen binnendelta tussen het Drentse zand en de Groninger zeeklei. In de vorige eeuw werd het natte land grotendeels drooggelegd. ‘Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Waterschap Noorderzijlvest, Provincie Drenthe en andere organisaties realiseerden de herinrichting.

5 miljoen kuub water zoekt plekje

Ook Gerard Zeemans is al vanaf de start betrokken bij de herinrichting. Net als Bart is hij super enthousiast over De Onlanden. Hij werkt als technisch manager bij Waterschap Noorderzijlvest en houdt zich vooral bezig met de technische kant van waterberging. ‘De Onlanden is ongeveer 2500 hectare groot. Op zo’n 1700 daarvan kunnen we nu in acute situaties 7,5 miljoen kuub water opvangen. Dat klinkt veel en toch is er meer nodig. Namelijk nog ruim 5 miljoen kuub extra. Maar dat kunnen we niet “zomaar” fixen; de afgelopen jaren heeft het natuurgebied zich geweldig ontwikkeld en te veel water tast het ecosysteem aan.’

Vluchten

Precies daar zit het probleem. Bart: ‘De natuur gedijt op de overgangen van nat naar droog. In de huidige situatie is er balans. Wordt de waterberging in noodsituaties volop benut, dan zijn er nog steeds voldoende droge plekken. Zet je straks in nood een nóg veel groter gebied onder water? Dan kunnen de dieren niet meer vluchten, verliezen ze hun leef- en broedplek en gaat dit ten koste van de kwetsbare natuur.’  Net ontstane en enkele behouden hooilanden onder een laag vies water, waardoor de natuur een harde klap krijgt.’

Een puzzel dus. En een lastige! Maar de druk is groot en een oplossing noodzakelijk. Want gezien de klimaatverandering is de kans op langdurige regenval en wateroverlast reëel. Dat zien betrokken partijen en ze focussen bewust op hun gezamenlijke belang; behoud van de uitzonderlijke natuurwaarden én meer ruimte voor water. Ook Staatsbosbeheer en het Drentse Landschap zijn nauw betrokken, als beheerders van een deel van De Onlanden.

Slimme oplossing

Bart: ‘Natuurlijk schuurde het eerst wel. Want eerlijk: in de ideale situatie grijp je hier nu niet in en laat je de natuur met rust. Toch zien we de noodzaak en willen we bijdragen aan ieders veiligheid.’ Gerard herkent dat. ‘We hebben elkaar nodig en polariseren is nutteloos. Het wederzijdse vertrouwen en de lange relatie hielpen mee om tot een slimme oplossing te komen. In óns ideaalplaatje hadden we het bergingsgebied juist willen vergroten. Maar nu laten we – in nauwe samenspraak met de terreinbeheerders  - een fors deel met rust. Met name het Natura 2000-gebied bij het Leekstermeer. We gaan namelijk ruim 1600 hectare van de bestaande waterberging in De Onlanden zó aanpassen, dat we daar nog meer water kunnen opvangen.’

Extra grote badkuip

En dat betekent concreet: het ophogen van bestaande kades rondom dat gebied, twee nieuwe stuwen en de mogelijkheid van een hogere waterstand; tot wel 38 centimeter boven het hoge boezempeil in noodsituaties. ‘Zo wordt het gebied een soort extra grote badkuip, die we tijdelijk kunnen vullen met meer water.’ Verder worden maatregelen genomen om de natuur te beschermen. Bart: ‘Er komen vijf grote vluchtheuvels voor dieren, deze worden gemaakt met vrijkomende grond. Ook de snelheid waarmee het waterschap straks water binnenlaat, geeft tijd aan dieren om te vluchten. Dat is bijvoorbeeld noodzakelijk voor de haas, muis en das.’

Vernatten

Een andere maatregel is het dempen van enkele sloten, om daar – in “gewone tijden” – juist langer water vast te kunnen houden. Bart: ‘Vroeger was dit een sponzig veengebied. De grond kon goed water vasthouden, waardoor minder snel wateroverlast ontstond. Door grootschalige drooglegging verliest de grond die functie. Willen we hier ontwikkelen? Dan is onze gemeenschappelijke overtuiging dat we de bovenstroomse gebieden langzaam weer moeten vernatten, door het waterpeil structureel iets te verhogen. Dat vermindert uiteindelijk de kans op wateroverlast, verlaagt de CO2-uitstoot, is geweldig voor natuurontwikkeling, voor drinkwater en daarmee voor de mens. Het dempen van de sloten past hierbij.’

Bij de herinrichting van het gebied wordt ook rekening gehouden met de waardevolle cultuurhistorie, aangezien veranderingen in het landschap gevolgen kunnen hebben voor deze waarden. Ter voorbereiding op de werkzaamheden wordt daarom uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan, onder meer naar de aanwezigheid van veenterpen.

Winst

Stap voor stap discussiëren, zoeken en vinden. Elkaars perspectief begrijpen en elkaar de hand reiken. Zó werken waterschap en natuurorganisaties effectief samen in De Onlanden. Gerard: ‘De werkzaamheden starten in 2025 en in 2026 hopen we klaar te zijn. Ons uitgangspunt is winst voor mens en natuur. Daar gaan we voor, ook als we in de toekomst ongetwijfeld weer nieuwe uitdagingen tegenkomen!’