‘Na renovatie kunnen huurders én vleermuis weer naar huis!’
In veel huizen leven ze: vleermuizen. Zo wonen mens en dier - soms ongemerkt - onder één dak. Nu steeds meer woningen worden verduurzaamd, is dat bedreigend voor de dieren. Ze verliezen hun veilige plek. Daarom eist de Omgevingswet dat je de dieren en hun verblijfplaatsen niet mag schaden; nogal uitdagend als je voor forse renovatie-opgaven staat. Woningcorporatie Actium en Ecogroen gingen de uitdaging aan. Met een unieke uitvinding en slimme aanpak als resultaat.
Woningcorporatie Actium verhuurt 16.000 woningen in Drenthe en Zuidoost Friesland. Actium werkt aan verduurzaming van de woningvoorraad; veel spouwmuren zijn al na-geïsoleerd en de komende jaren renoveert ze zo’n 2000 panden. ‘Duurzaamheid is een van onze pijlers’, vertelt Michel Kraeima, projectleider kleinschalige renovaties bij Actium. ‘Renovatie zorgt voor beter geïsoleerde woningen, minder energieverlies én CO2-reductie. Maar: wij mogen niet zomaar aan de slag. Is er in de woning bijvoorbeeld een verblijfplaats van vleermuizen? Dan is een vergunning van de provincie nodig.’
Die vergunningseis is er niet voor niets. Zo zijn vleermuizen biologische bestrijders van plaaginsecten; de veel voorkomende gewone dwergvleermuis eet bijvoorbeeld zo’n duizend insecten per nacht. De dieren hebben een veilige plek in woningen nodig, om overdag te verblijven, zich voort te planten en te overwinteren. Gaat bij verduurzaming de hele boel dicht? Dan verliezen ze die plek, met gevolgen voor het aantal vleermuizen.
Alternatieve verblijfplaatsen
De noodzakelijke omgevingsvergunning gaf Actium een flink planningsprobleem. Michel: ‘Voor de vleermuis is kostbaar “jaarrond-onderzoek” nodig, om te monitoren om hoeveel en welke diersoorten het gaat én waar ze zich bevinden. Dat herhaalt zich steeds per blok te renoveren woningen. Bovendien vereist de wet dat we voor de vleermuis allerlei maatregelen treffen, zoals voldoende alternatieve verblijfplaatsen. Dat alles kost veel tijd en geld.’
Actium zocht enkele jaren geleden contact met ecologisch adviesbureau Ecogroen. Om samen te ontdekken hoe het handiger en efficiënter kan. Zo ontmoette Michel ecoloog Adriaan de Gelder. ‘Als ecoloog geef ik stem aan plant en dier en kom ik op voor het belang van de natuur. Daarmee ook voor het belang van mensen, want de natuur is ongelooflijk belangrijk voor ons allemaal. Steeds vaker word ik betrokken door organisaties die natuur-inclusief willen bouwen of moeten voldoen aan de Omgevingswet. Zo kwam ik ook bij Actium.’
Van gezeur naar gezamenlijk
Bijzonder. Zo omschrijven beide mannen hun eerste gesprekken. Michel: ‘Natuur is belangrijk, maar eerlijk? Ik vond het eerst wat ecologisch gezeur. Zoveel ondernemen voor een vleermuis of huismus? Wij proberen onze woningvoorraad snel en efficiënt te verduurzamen. Goed voor huurders en voor CO2-verlaging. Hupsakee, gáán. Zo dacht ik als man uit de bouw. Maar dan ontmoet je een ecoloog, die anders kijkt. Het zette mij aan het denken; je moet elkaars perspectief echt leren begrijpen.’
Wennen
Adriaan herkent dat. Hij moest juist wennen aan de bouwwereld. ‘De snelheid en efficiëntie in de bouw zijn begrijpelijk, maar staan haaks op hoe de natuur werkt. En dan is er nog natuurwetgeving die vrij rigide voorschrijft hoe het moet. Zie daar maar eens een soepele draai aan te geven. Dat is een zoektocht die we samen aangingen. Zo kwamen we tot een mooie uitvinding én gingen Actium en Ecogroen aan de slag met het Soorten Management Plan.’
Simpel en effectief
Een uitvinding dus! Het gaat om de Wedi-plaat. Michel: ‘Vleermuizen kiezen vaak spouwmuren als woonplek en zijn vrij honkvast. Bij na-isolatie van spouwmuren moeten wij voldoende nieuwe verblijfplaatsen creëren. Dat is soms lastig, omdat er weinig geschikte gevels beschikbaar zijn en de reguliere vleermuiskasten niet passen in woningen met een ondiepe spouwmuur. Zo kwam ik op een maatwerkoplossing: de Wedi-plaat. Een dunne, ruwe isolatieplaat die we tegen de binnenmuur plaatsen. Met een opening in de buitenmuur en een U-vormige uitsparing in de spouwmuur. We probeerden het uit bij woningrenovatie in Koekangerveld.’
En het werkte: bij zo’n vijftig woningen is gemonitord of de vleermuis terugkwam. Adriaan: ‘Veel Wedi-platen werden inderdaad gebruikt. Zo zijn nieuwe verblijfplaatsen niet nodig en kan de vleermuis – net als huurders - na renovatie terug naar huis. Provincie Drenthe is enthousiast en de plaat mag waar mogelijk nu worden toegepast. Een simpele, effectieve maatregel.’
Soorten Management Plan: één omgevingsvergunning
De ecologische kijk van Ecogroen gecombineerd met de technische kennis van Actium resulteerde ook in een andere ontwikkeling. Samen zochten ze een slim alternatief voor de tijdrovende, dure onderzoeken en vergunningsaanvragen per te renoveren woningblok.
En zo kwamen ze uit bij het Soorten Management Plan (SMP), gericht op gebouwbewonende soorten. Adriaan: ‘Idee van het SMP is dat je in één keer een mega-onderzoek doet naar alle te renoveren woningen. Welke diersoorten zijn er en waar zitten ze? Op basis hiervan worden generieke maatregelen voorgeschreven. Zoals natuurvriendelijk werken, daken altijd geschikt maken voor huismussen én gebruik van vleermuisvoorzieningen zoals vleermuiskasten, de Wedi-plaat of ruime gevelbekleding. Elke woning krijgt zo na verduurzaming een ecologische plus. Structurele monitoring laat vervolgens zien of de populatie inderdaad op peil blijft en of dieren de geplaatste voorzieningen daadwerkelijk gebruiken.’
Hoog vliegen
In nauwe samenspraak met Provincie Drenthe is twee jaar gewerkt aan het SMP. Recent keurde de provincie het plan goed. Michel: ‘Actium kreeg een generieke vergunning voor de hele renovatie-opgave. Het is gelukt om de belangen van mens en dier te combineren in een helder, efficiënt werkproces.’ Ook mooi is dat gebruik van de Wedi-plaat navolging krijgt in andere provincies. Adriaan: ‘Sta je open voor elkaars wereld, dan kun je samen hoog vliegen. En dat blijven we zeker doen, om nóg meer winst voor mens en dier te behalen!’