Mantingerbos


Ten noorden van Mantinge ligt een eeuwenoud bos, het Mantingerbos. Hiernaast ligt het eveneens oude Thijnsbosje. Ten noorden van deze bossen ligt het Noordlagerbosje. Deze drie bossen vormen samen het kloppende hart van het Natura 2000-gebied. Het betreft hier een complex van bossen op een grotendeels ongestoorde bosbodem. Ondanks dat de bossen op allerlei manieren door mensen zijn gebruikt, heeft hier altijd bos gestaan. Het is dus nooit helemaal ontgonnen geweest tot landbouwgrond. Doordat de bosbodem ongestoord is en het gebied nooit is ontgonnen, blijkt dat dit boscomplex een restant is van een vroeger groter 'oerbos'.

Het meest opvallende aspect zijn de vele metershoge hulstbomen in vooral het Mantingerbos en het Thijnsbosje die samen dichte bossen vormen. De ondergroei geeft een voor Drenthe karakteristiek beeld met soorten als veelbloemige Salomonszegel, zevenster, witte klaverzuring, grote muur en dalkruid. Onderzoek heeft aangetoond dat het bosrijk is aan bramensoorten die thuishoren in oude bossen. In de bosranden vallen de vele struiksoorten op die een mooie zoombegroeiing vormen. Kenmerkende soorten zijn hier onder andere Europese vogelkers, sleedoorn en hondsroos.

Het Noordlagerbos heeft een grotendeels droger karakter met onder andere veel blauwe bosbes. Ook dit bos heeft enkele zeer oude delen met onder meer grote veldbies. Alle drie bossen zijn omringd door natte graslanden, houtwallen en singels. De gekanaliseerde beek Oude Diep ontspringt even ten oosten van het gebied en stroomt vlak door het Natura 2000-gebied en vlak langs het Mantingerbos.

Aanwijzing

Het Natura 2000-gebied Mantingerbos is 46 hectare groot. Het gebied is in 2004 aangemeld bij de Europese Unie en in 2013 definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Mantingerbos en -weiden is aangewezen voor één habitattype: Eiken-beukenbossen met hulst.

Habitattypen

  • H9120 Eiken-beukenbossen met hulst

Beheer en inrichting

Het beheer van de bossen is beperkt tot het verwijderen van takken boven de doorgaande weg. Voor de rest geldt hier een niets-doen-beheer. Zo kan het bos zich ongestoord verder ontwikkelen. Beheerder Natuurmonumenten maait graslanden in het gebied jaarlijks en voert het gewas af.