Holtingerveld


De Havelterberg is het meest in het oog springende onderdeel van het zeer gevarieerde natuurgebied Holtingerveld. Deze heuvelrug bestaat voor een groot deel uit relatief kalkrijke rode keileem, die de basis vormt voor de grote variatie in plantengroei in dit gebied. Het keileem vormt een slecht doorlatende laag waardoor het zelfs boven op de Havelterberg flink vochtig is. De combinatie keileem, beheer en water zorgt voor een unieke plantengroei. Opvallende plantensoorten in deze soortenrijke heischrale graslanden en heide zijn: bochtige klaver, knollathyrus, kleine bevernel, voorjaarszegge, gevlekte orchis, bosanemoon, maanvaren en fraai hertshooi.

Naar het noordoosten toe gaat de berg over in het meer dan 10 meter lagergelegen heideveld van het Ooster- en Westerzand. Dit voornamelijk vochtige heideveld wordt afgewisseld met stuifzanden, dennenbossen en vennen. Een groot deel van het gebied bestaat uit afwisselende bossen, van dennenbossen op voormalig stuifzand tot soortenrijke eikenbossen op de Havelterberg.

De Tweede Wereldoorlog heeft een grote invloed gehad op het landschap en de natuur van het Holtingerveld. Zo liggen er in het gebied twee voormalige vliegvelden. Na de oorlog heeft zich op de vliegvelden een opmerkelijke flora op ontwikkeld met orchideeën, maanvaren, blauwe knoop en tal van andere soorten van heischraal grasland. Bovendien zijn deze vliegstrips rijk aan dagvlinders, zoals de bruine vuurvlinder

Het Holtingerveld is van belang voor een populatie van de Habitatrichtlijnsoort (H1081) brede geelgerande waterroofkever, maar voor deze soort zijn nog geen instandhoudingsdoelstellingen geformaliseerd. Twee soorten waarvoor wel instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd zijn de gevlekte witsnuitlibel en de kamsalamander die beide in vennen, poelen en oude bomkraters voorkomen.

Aanwijzing

De Rijksoverheid heeft het Holtingerveld in 2003 aangemeld bij de Europese Unie en in 2013 definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Het totale aangewezen gebied is  1754 hectare groot.

Habitattypen

  • H2310 Stuifzandheiden met struikhei
  • H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
  • H2330 Zandverstuivingen
  • H3130 Zwak gebufferde vennen
  • H3160 Zure vennen
  • H4010A Vochtige heide
  • H4030 Droge heide
  • H5130 Jeneverbesstruwelen
  • H6230 Heischrale graslanden
  • H7110B Actieve hoogvenen
  • H7120 Herstellende hoogveen
  • H7150 Pioniersvegetaties met snavelbiezen
  • H9120 Beuken-eikenbossen met hulst
  • H9190 Oude eikenbossen op zandvlakten
  • H91D0 Veenbossen

Soorten

  • H1166 Kamsalamander
  • H1042 Gevlekte witsnuitlibel

Beheer en inrichting

In het Holtingerveld zijn vele beheerders actief waaronder Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Het Drentse Landschap en het Rijksvastgoedbedrijf (Defensie). Daarnaast zijn er ook een aantal particuliere eigenaren actief bij het beheer van het gebied.

De heidegebieden en de heischrale graslanden worden door de beheerders op traditionele wijze beheerd via een mix van begrazing met de Holtinger schaapskudde en runderen, ondiep plaggen en maaien. Veel aandacht gaat uit naar het herstel van de waterhuishouding. Hiervoor worden veel overbodige sloten en greppels gedicht zodat de van oorsprong van natte natuur zich kan herstellen.

De neerslag van stikstof heeft gezorgd voor een snelle groei van grassen die karakteristieke planten van heide en bossen verdringen. Ook zorgt deze toevoer van stikstof voor kieming en snelle groei van bomen zoals berken. Deze beide ontwikkelingen vragen om intensief beheer met begrazing, plaggen en maaien, noodzakelijk om de heide open te houden en geschikt te houden voor de hier thuishorende planten en dieren.