Fochteloërveen


Het Fochteloërveen is een uitgestrekt natuurgebied op de grens van de provincies Drenthe en Friesland. Vanaf de uitzichttoren bij Ravenswoud krijgt de bezoeker een immens uitzicht over het vrijwel boomloze veengebied.

Het veengebied maakt deel uit van de ooit zeer uitgestrekte Smildigervenen, waarvan de ontginning startte in de 17e eeuw. Het veenpakket van het Fochteloërveen is gedeeltelijk afgegraven, maar over grote delen zit nog het oorspronkelijke veenpakket. Het veen is maximaal 2 meter dik.

Het Fochteloërveen staat bekend om de vele reptielen waaronder alle drie Nederlandse slangensoorten: gladde slang, adder en ringslang. Iedere zomer komen slangenarenden naar het veen om te jagen op slangen. Ook staat het gebied bekend om de rijkdom aan vogels zoals kraanvogels en zeearend die in het gebied broeden. Bijzonder is het grote aantal exemplaren van het veenhooibeestje, een karakteristieke en uiterst zeldzame vlinder van hoogveen.

Wilt u het gebied bezoeken, fiets dan eens over de Bonghaar, een centraal in het gebied liggende zandrug, die het veengebied als het ware in tweeën snijdt. Vanaf het fietspad lijkt het of het veen oneindig groot is.

Aanwijzing

De Rijksoverheid heeft het Fochteloërveen in 1998 aangemeld bij de Europese Unie en in 2013 definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Het totale aangewezen gebied is 2.596 ha groot. Behalve uit open hoogveen bestaat het aangewezen gebied uit voormalige landbouwgronden met bloemrijke graslanden, plassen en moerassen. Aan de noordzijde gaat het veen over in omvangrijke voormalige productiebossen die op het veen geplant zijn. Aan de zuidkant liggen de veenkoloniale bossen van Ravenswoud.

Habitattypen

  • H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
  • H4010A Vochtige heide
  • H4030 Droge heide
  • H7110B Actieve hoogvenen (hoogveenlandschap)
  • H7120 Herstellende hoogveen

Broedvogels

  • A008 Geoorde fuut
  • A052 Wintertaling
  • A056 Slobeend
  • A119 Porseleinhoen
  • A275 Paapje
  • A276 Roodborsttapuit

Niet-broedvogelsoorten

  • A037 Kleine zwaan
  • A038 Wilde zwaan
  • A039 Toendrarietgans
  • A041 Kolgans

Overige soorten

  • H1042 Gevlekte witsnuitlibel

Beheer en inrichting

De beheerders, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, hebben tal van maatregelen genomen om de veengroei te stimuleren, vooral gericht op het vasthouden van regenwater. Zo zijn er damwanden geplaatst en veendijkjes opgeworpen. Dit heeft positieve gevolgen gehad voor het hoogveen waarin tal van planten en dieren van levend hoogveen voorkomen. In 2022 startte Natuurmonumenten met de vervanging van damwanden van veendijkjes. Dit deden ze door de aanleg van stevige kades om daarmee zoveel mogelijk water vast te houden. Dit is nodig voor het duurzaam behoud van hoogveen.
De neerslag van stikstof op het veen heeft gezorgd voor een snelle groei van pijpenstrootje, een gras dat veenplanten zoals veenmos en kleine veenbes verdringt. Ook zorgt deze toevoer van stikstof voor kieming en snelle groei van bomen zoals berken. Deze beide ontwikkelingen vragen om intensief beheer, noodzakelijk om het veen open te houden, noodzakelijk voor typische hoogveenplanten en -dieren.