Drentsche Aa


Het Drentsche Aa-gebied is een van de mooiste natuurrijke beekdalen van ons land. Het bestaat uit een oud en karakteristiek Drents cultuurlandschap met graslanden, bossen, houtwallen, akkers en heide. De Drentsche Aa bestaat in feite uit twee beken die ter hoogte van Gasteren samen verder stromen in de richting van de stad Groningen.

De twee hoofdtakken worden gevoed door vele zijbeken zoals het Scheebroeker Loopje en het Smalbroeker Loopje. Het beekdallandschap is behalve een Natura 2000-gebied ook aangewezen als Nationaal Park Drentsche Aa.

Omdat de natuur in het beekdallandschap afhankelijk is van voldoende schoon kwel- en regenwater, is de laatste decennia veel aandacht geschonken aan het herstel van de oorspronkelijke waterhuishouding. Daarvoor zijn delen van het beekdal opnieuw ingericht, bijvoorbeeld door sloten en greppels te dempen.

Dat heeft geresulteerd in het behoud en lokaal ook toename in kwaliteit en kwantiteit van bijvoorbeeld dotterbloemhooilanden, kwelmoerassen en trilvenen. Opvallend zijn de vele natte graslanden met brede orchis.

Ook voor tal van andere bijzondere en soms bedreigde soorten biedt de Drentsche Aa een belangrijk toevluchtsoord. Voorbeelden zijn de zwartblauwe rapunzel, de stengelloze sleutelbloem en het gentiaanblauwtje.

Aanwijzing

De Rijksoverheid heeft het gebied Drentsche Aa in 2004 aangemeld bij de Europese Unie en in 2013 definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Het gebied is 3.966 hectare groot en bestaat uit een complex van natuurgebieden waaronder het Balloërveld, de Gasterse Duinen, het Gasterse Holt, Kampsheide, het Eexterveld en de Zeegserduinen.

Ten zuiden van dit gebied liggen nog de afzonderlijke terreinen Geelbroek, het Amerdiep en het Anderse Diep. Samen vormen deze gebieden een palet aan natuurrijke landschappen met een bijzondere flora en fauna.

Habitattypen

  • H2310 Stuifzandheiden met struikhei
  • H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen
  • H2330 Stuifzanden
  • H3160 Zure venen
  • H3260 Rivieren en beken met waterplanten
  • H4010 Vochtige heiden
  • H4030 Droge heiden
  • H6230 Jeneverbesstruwelen
  • H6410 Blauwgraslanden
  • H6430 Ruigten en zomen
  • H7110 Actief hoogveen
  • H7140 Overgangs-en trilvenen
  • H7150 Pioniersvegetaties met snavelbiezen
  • H9120 Beuken-eikenbossen met hulst
  • H9160 Eiken-haagbeukenbossen
  • H9190 Oude eikenbossen
  • H91D0 Hoogveenbos
  • H91E0 Vochtige bossen

Habitat-soorten

  • A1042 Gevlekte witsnuitlibel
  • H1099 Rivierprik
  • H1145 Grote modderkruiper
  • H1149 Kleine modderkruiper
  • H1163 Rivierdonderpad
  • H1163 Kamsalamander
  • H1337 Bever

Beheer en inrichting

De veelheid aan landschappen in dit Natura 2000-gebied vergen allemaal hun eigen specifieke beheer. De vele graslanden worden gemaaid, waarbij Staatsbosbeheer voor de zeer natte graslanden een zogenaamd wetlandtrack gebruikt, een speciaal ontwikkeld rupsvoertuig. Aan de andere kant van het spectrum begrazen de heideschapen van de schaapkuddes Balloo en Het Stroomdeel een aantal belangrijke heidegebieden. Doordat dele van het beekdal niet ingericht was met het oog op behoud en herstel van natuurwaarden zijn grote delen van het gebied recent heringericht zoals het beekdal van Deurzerdiep en het overgangsgebied tussen Balloërveld en Gasterse Diep. In het eerste geval heeft de beek zijn meanderende loop teruggekregen en in het tweede geval zijn niet alleen sloten gedicht, maar zijn ook delen van de vervuilde bovengrond geplagd. Hierdoor zijn tal van zeldzame planten teruggekeerd, zoals parnassia, blonde zegge en draadgentiaan.