Onderzoek zwarte specht in het Dwingelderveld en Drents-Friese Wold afgerond


Voor de Natura 2000-gebieden Dwingelderveld en Drents-Friese Wold en Leggelderveld heeft de Rijksoverheid een instandhoudingsdoel geformuleerd voor de zwarte specht. Voor het Drents-Friese Wold bestaat het doel uit behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van ten minste 30 paren. Voor het Dwingelderveld geldt hetzelfde, maar met een populatie van ten minste 14 paren. De afgelopen jaren wezen incidentele inventarisaties meestal op een lagere stand. Die lagere stand werd verklaard door meerdere factoren zoals gewijzigde inventarisatiemethode en veranderingen in de bossamenstelling van beide gebieden.

Om inzicht te krijgen hoe de stand van de zwarte specht nu werkelijk is en hoe deze zich verhoudt tot de beide instandhoudingsdoelen, en wat voor een factoren de variatie verklaren is er een onderzoek uitgevoerd naar de huidige populatieomvang van de zwarte specht in beide Natura 2000-gebieden.

Het onderzoek is uitgevoerd door Sovon Vogelonderzoek in opdracht van Staatsbosbeheer en met financiële ondersteuning van de Stuurgroep Regionaal Landschap Drents-Friese Grensstreek en provincie Drenthe.

Resultaten

In het voorjaar van 2022 is het onderzoek van start gegaan in de bosgedeelten van het Drents-Friese Wold (4994 ha) en het Dwingelderveld (2414 ha). Daarbij zijn alle mogelijke territoria gekarteerd, nesten opgespoord en zijn broed-biologische gegevens verzameld. In het Drents-Friese Wold werden 20 territoria vastgesteld, in het Dwingelderveld 10. In de gebieden werden respectievelijk 18 en 7 nesten gevonden en in tenminste 22 van deze nesten werden eieren gelegd. De legselgrootte bedroeg in beide gebieden gemiddeld 3.8 eieren en gemiddeld vlogen 3.3 jongen per succesvol nest uit. Slechts weinig broedsels mislukten.

Toename in het Drents-Friese Wold – stabiel in het Dwingelderveld

De resultaten van het onderzoek zijn vergeleken met monitoringsgegevens van de afgelopen decennia. Dan blijkt dat het aantal territoria in het Drents-Friese Wold verdubbelde gedurende de afgelopen 20 jaar tot 20 territoria in 2022. De toename is geconstateerd ondanks het feit dat er bos is gekapt en de waterstand is verhoogd. De conclusie is dan ook dat veranderingen de bosarealen en bosstructuur zoals het creëren van open ruimtes, het afsterven van fijnspar en Japanse larix en het verhogen van het waterpeil waarschijnlijk geen negatieve invloed hebben gehad op het aantal zwarte spechtenterritoria. Sterker, deze fase in ontwikkeling van het gebied levert mogelijk een positieve bijdrage aan de populatie zwarte specht. Ze profiteren als het ware op door de toename van voedselbronnen zoals de humusmier, die profiteert van het vergrote aandeel dood hout.

In het Dwingelderveld blijft het aantal territoria stabiel rond de 10. Ook hier lijken de veranderingen in bosareaal en -structuur geen negatieve invloed te hebben gehad.

Instandhoudingsdoelen niet realistisch

In beide gebieden lijken de aantallen broedparen in de instandhoudingsdoelen te hoog ingeschat. Deze hogere aantallen zijn geformuleerd op basis van inventarisatietechnieken uit het verleden waarbij stelselmatig een te hoge stand van de zwarte specht uit de bus kwam. Door de toegenomen kennis van het gedrag van de zwarte specht zoals grootte van een territorium, gebruik van zijn leefgebied en voedselkeuze zijn we nu beter in staat om een realistische inschatting te maken van de potenties van de gebieden voor de zwarte specht. De aantallen broedparen die tijdens het onderzoek boven water zijn gekomen vormen een zo goed mogelijke afspiegeling van de potenties voor de zwarte specht in beide gebieden. Veel hogere aantallen broedparen zoals in de beschreven instandhoudingsdoelen zijn niet te verwachten.