Een blauwe bloedsomloop in een lijf van groen, geel en brons


Vroeger kregen paarden plankjes onder hun hoeven gespijkerd om te voorkomen dat zij bij het bewerken van de graslandjes rond de Reest in de zompige grond wegzakten. En toen Marga Kool nog een kind was en dagelijks door de Reestlanden naar school fietste, zag ze de grutto’s, kievieten en wulpen boven de bloemrijke weides over elkaar buitelen. Het was maar enkele decennia later dat over diezelfde gronden zware trekkers reden. Zonder weg te zakken. Dankzij kunstmatige verlaging van het waterpeil was het beekdal steeds verder verdroogd geraakt. Boer en natuur stonden niet langer naast, maar tegenover elkaar. Als gedeputeerde Milieu en Cultuur bij de provincie Drenthe in de jaren negentig en vervolgens tot eind 2015 als dijkgraaf van het waterschap Reest en Wieden (tegenwoordig Drents Overijsselse Delta) heeft Marga zich hartstochtelijk en met succes voor verzoening ingezet.

Marga Kool Linde 13-02-18 (67)

“Het was in de jaren dat ik bij de provincie werkte dat natuur weer hoger op de bestuurlijke agenda kwam te staan. We wilden weten wat de meest waardevolle gronden waren die onze steun het hardst nodig hadden. Dat bleken de beekdalen te zijn. De natuur had het daar zwaar te verduren onder landbouwkundig gebruik. Het aantal kwelafhankelijke soorten was in een schrikbarend hoog tempo afgenomen en het water was vervuild.”

Water-op-Maat

“Tegen de tijd dat ik de overstap naar het waterschap maakte, was voor iedereen duidelijk dat beekdalen bij uitstek de plek waren voor een samenhangende aanpak van de grote nationale en Europese natuur- en wateropgaven: waterveiligheid, Kaderrichtlijn Water, Natura 2000 en Ecologische Hoofdstructuur. Door de beekdalen op basis van hermeandering en vernatting hun oorspronkelijke waterbergende functie terug te geven, ontstond tegelijk ruimte voor natuur- en landschapsherstel. Rond de Reest bundelden provincies, gemeenten, waterschap, terreinbeheerders, recreatiesector en landbouw hun krachten in het project Samen over de Reest en het Water-op-Maat-project Reestdal. We waren het eens over de wijze waarop de waterhuishouding het best op de verschillende gebiedsfuncties kon worden afgestemd. En met elkaar waren we in staat om met minder geld meer tot stand te brengen.”

Landbouwlobby: kink in de kabel

Maar toen kwam er een kink in de kabel. De harmonie die na intensief onderhandelen in het Reestdal was ontstaan, werd met de drastische bezuiniging op natuur in 2011 ineens flink aan het wankelen gebracht. “In Overijssel kwam een krachtige landbouwlobby op gang, met als gevolg dat aan de Overijsselse kant van de Reest veel natuurhectares weer werden geschrapt. De provincie Drenthe hield de rug recht. Zo kregen we te maken met de wonderlijke situatie dat op beide oevers voor een verschillende aanpak werd gekozen.”

‘Ik ben de beek’

Niet alleen Marga’s bestuurdershart, maar ook haar schrijvershart (zij is een bekende Drentse schrijver en dichter) kwam in opstand tegen deze onmogelijke spagaat. In haar functie van voorzitter van het Bestuurlijk Overleg Reestdal hield ze voor Provinciale Staten van Overijssel een speech waarin ze de Reest een stem gaf.

Ik ben een beek , een blauwe bloedsomloop in een lijf van groen, geel en brons. Toeristen kijken hun ogen uit op mij. Ik ben top, ik ben een parel.

En dan vervolgt ze: “Maar ik voel me niet goed, ben ziek op vele plaatsen. Ik voel me verscheurd. Mijn huid is uitgedroogd.” Samengevat besluit ze: “Iedereen houdt van mij. Toch merk ik het niet. Ik kan voor alles en iedereen veel betekenen. Maar als je van iedereen bent, lijkt het of je van niemand bent.”

Compromis

Uiteindelijk waren de Overijsselse partijen bereid tot een compromis.De provincie stelde alsnog 82 hectare EHS beschikbaar. “Een belangrijk instrument daarbij was kavelruil. Voor de natuur kon behoorlijk wat worden gered, bovendien zodanig dat ook de landbouw er beter van werd. Boeren ruilden de lagere, drassige gronden in voor hogere. Natuurontwikkeling hoefde niet te worden gestaakt, maar kon in uitgeklede vorm worden voortgezet in de boven- en middenloop.”

Watergeld voor veiligheid en natuur

Nog mooier werd het toen de Reest als Icoonproject werd aangewezen. “Inrichtingsmaatregelen die eerder waren geschrapt, konden nu toch weer doorgang vinden. Wij wisten extra subsidiegelden aan het Icoongeld toe te voegen en ook vanuit het waterschap hebben we een half miljoen extra bijgelegd. Dat deden we door landbouwgronden die we toch al voor waterberging moesten aankopen rond de Reest te zoeken. Met het geld van de burger konden we dan twee doelen in één keer bedienen: veiligheid en natuur. Ook vistrappen, natuurvriendelijke oevers en verondiepingen hebben we met watergeld kunnen bekostigen.”

Otter en zilveren maanvlinder

Is het effect al waar te nemen? “Ja, dankzij de goede verbinding vanuit Overijssel en het schone water zwemt de otter weer in de Reest. Dotterbloem en zegge zijn terug en van natuurkenners hoor ik juichende verhalen over de zilveren maanvlinder. Maar niet alleen de natuur reageert enthousiast; ook recreatieondernemers, bezoekers en gebiedsbewoners doen dat. Voor de toekomst hoop ik dat de benedenloop in het Overijsselse deel net als in Drenthe de functie krijgt die past bij de aard van de beek. Nu is het waterpeil daar nog afgestemd op landbouw. Ook hoop ik dat de hogere flanken, die je voor kwel en authentieke soorten net zo goed nodig hebt als de lagere gronden, nog eens voor natuur beschikbaar komen.”

Belevingstip van Marga

“Voor wandelaars is Loop van de Reest een aanrader. De wandeling is 100 kilometer lang en voert door het landschap en langs de dorpen in het Reestdal. Onderweg zijn volop B&B’s, restaurants, terrasjes (mijn persoonlijke favoriet: het meer dan 100 jaar oude café-restaurant Poortman in Veeningen) en galeries te vinden. Voor meer leuke ideeën en wetenswaardigheden verwijs ik naar www.vakantieinhetreestdal.nl.”