Subsidiestelsel Natuur en Landschap
In Nederland zijn de provincies verantwoordelijk voor het natuurbeheer. Zij treden op als gebiedsregisseur in het landelijk gebied en brengen de partijen bij elkaar die zorgen voor het beleid en de uitvoering van het natuur- en landschapsbeheer. De provincies bepalen ook waar zij welke doelen willen realiseren en welke middelen zij hiervoor inzetten.
Via het Subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer (SNL) verlenen de provincies subsidie voor het behoud en de ontwikkeling van (agrarische) natuurgebieden en landschappen. De natuurkwaliteit staat hierbij centraal; de natuur moet zich goed kunnen ontwikkelen. Hiervoor is een duurzaam en compleet Natuur Netwerk Nederland (NNN, voorheen Ecologische Hoofdstructuur) nodig. De provincies zijn, op basis van internationale verplichtingen, verantwoordelijk voor de realisatie van het NNN en de Natura 2000-gebieden, het (agrarisch) natuurbeheer en het soortenbeleid. Het SNL schept de voorwaarden hiervoor. Het SNL is een landelijk stelsel waarbinnen ruimte is voor provinciaal maatwerk.
Instrumenten SNL
Vanwege het landelijke karakter van het SNL en de noodzaak van gezamenlijke rapportage van Nederland aan de Europese Unie, omvat het stelsel de volgende instrumenten om te komen tot een efficiënte en afgestemde uitvoering:
- Subsidiering
- Natuurbeheerplan
- Index Natuur en Landschap
- Certificering
- Monitoring
- Informatiemodel Natuur (IMNa)
- Catalogus Groenblauwe diensten (formeel geen onderdeel van het SNL, maar kan door provincies en andere overheden worden gebruikt voor specifieke regelingen).
Zie voor verdere toelichting de website van BIJ12.
Subsidieregelingen
De juridische basis voor het SNL bestaat momenteel uit de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer (SVNL) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur- en Landschapsbeheer (SKNL).
De SVNL is gericht op het beheer van (agrarisch) natuur en landschap. In de model SVNL wordt onderscheid gemaakt in subsidie voor landbouwgronden via het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) en subsidie voor natuur en landschapsbeheer op natuurgronden (Nb).
Binnen de SKNL zijn er twee soorten subsidies: investeringssubsidie en subsidie functieverandering.
Met de subsidies kunnen grondeigenaren hun grond geschikt maken voor (agrarisch) natuurbeheer of de kwaliteit van natuurgrond verhogen.
Natuurbeheerplan
Het natuurbeheerplan is de basis voor de subsidieverlening van het SNL. Hier staan alle doelen voor het natuur- en landschapsbeheer van de provincie omschreven. In het plan wordt natuur en landschap beschreven door middel van een landelijke natuurtaal, de Index Natuur en Landschap (INL). In de INL zijn alle natuur(beheer)typen, landschapstypen en agrarische natuurtypen die in Nederland voorkomen opgenomen.
In het natuurbeheerplan staat in welke gebieden beheerders subsidie kunnen krijgen voor het beheer en de ontwikkeling van natuur, agrarische natuur en landschap. Deze begrenzing is aangeduid op twee kaarten, de beheertypenkaart en de ambitiekaart. Op de beheertypenkaart staat de actuele natuursituatie voor het (agrarisch) natuurbeheer. Deze kaart is de basis voor het verlenen van beheersubsidies voor natuurbeheer en agrarisch natuurbeheer op grond van de SVNL 2016. Op de ambitiekaart staat de ambitie van de provincies voor de (agrarische) natuur. De ambitiekaart vormt de basis voor de (subsidiering van) kwaliteitsimpulsen op grond van de SKNL
Het verschil tussen de beheertypenkaart en de ambitiekaart laat zien waar een verbetering van de natuurkwaliteit mogelijk en wenselijk is. De SKNL is niet van toepassing op inrichting op agrarische gronden ten behoeve van het agrarisch natuurbeheer.
Openstellingen
Subsidie voor het SNL kan alleen aangevraagd worden als de regeling wordt opengesteld in de provincie. In het provinciale openstellingsbesluit staat of de subsidie wordt opengesteld en hoeveel subsidie beschikbaar is (subsidieplafond). Het model-openstellingsbesluit stellen de provincies gezamenlijk op. De uitwerking van het provinciale openstellingsbesluit verschilt per provincie.