pMIEK - Vraag en antwoord
Het pMIEK geeft vanuit de maatschappelijke prioritering bij netbeheerders aan welke projecten regionaal van groot maatschappelijk belang zijn en waar er dus elektriciteitsinfrastructuur als eerst gerealiseerd moet worden.
Het bevat de energie-infraprojecten projecten met een zogeheten pMIEK-status.
Een pMIEK-status geeft een hogere prioriteit en meer inzet van alle betrokken partijen om de aanleg van benodigde energie-infrastructuur te versnellenen beter te organiseren.
De eerste versie, pMIEK 1.0, werd in 2023 vastgesteld, en pMIEK 2.0 is de opvolgende versie. Deze cyclus sluit aan op het herhalende proces van de netbeheerders, waarbij investeringsplannen iedere twee jaar worden opgesteld, geëvalueerd en aangepast op basis van nieuwe inzichten, ontwikkelingen en veranderende omstandigheden.
Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de netbeheerders bij het opstellen en actualiseren van hun investeringsplannen rekening houden met deze regionale behoeften en prioriteiten. Het pMIEK is geen vrijblijvend document: van netbeheerders wordt verwacht dat zij de door de regio aangeleverde prioriteiten op een passende manier verwerken in hun plannen.
Dit levert een aantal voordelen op:
Afstemming tussen regionale en nationale plannen: Het pMIEK geeft netbeheerders inzicht in de regionale ontwikkelingen die de energie-infrastructuur beïnvloeden, zoals de aanleg van woningen, industrie windparken, zonnevelden en waterstofnetwerken. Dit stelt hen in staat hun investeringsplannen beter af te stemmen op deze regionale projecten.
Tijdige integratie van regionale input: Netbeheerders werken in cyclische planningsprocessen, waarin zij iedere twee jaar hun plannen actualiseren. Door het pMIEK op het juiste moment te ontvangen, kunnen zij regionale prioriteiten tijdig meenemen.
Voorspelbaarheid en transparantie: Het pMIEK biedt netbeheerders inzicht in de lange termijn plannen en ambities van de regio. Dit zorgt voor voorspelbaarheid en voorkomt verrassingen, zoals onverwachte knelpunten die later tot vertraging of extra kosten kunnen leiden.
Efficiëntere besluitvorming: Als centraal document brengt het pMIEK maatschappelijke prioriteiten en projecten overzichtelijk in kaart. Dit maakt de besluitvorming en samenwerking tussen netbeheerders en regionale overheden eenvoudiger en efficiënter.
Versterking van samenwerking: Door het delen van het pMIEK ontstaat er een nauwere samenwerking tussen provincies, gemeenten en netbeheerders. Deze samenwerking is essentieel om een duurzaam en toekomstbestendig energiesysteem te realiseren.
pMIEK 1.0 is in juni 2023 opgeleverd. In deze eerste pMIEK ligt de focus op het programmeren en prioriteren van elektriciteit. In de volgende pMIEK zullen andere energiedragers zoals warmte en gassen ook worden meegenomen. De maatschappelijke ontwikkelingen de hierin zijn meegenomen komen uit de vier sectoren: industrie, gebouwde omgeving incl. woningbouw, mobiliteit en de Regionale Energiestrategie (RES) voor opwek. Het bestaande vastgestelde beleid is de basis van het pMIEK 1.0.
Zowel de totstandkoming als de implementatie van de pMIEK 1.0 was voor alle partijen nieuw. Het proces was in sterke mate pionieren én het stuk is opgesteld met de beste kennis van destijds. Deze eerste iteratie van de pMIEK zal daarom ook als leerproces worden beschouwd. Wanneer in vervolg blijkt dat (op basis van nieuwe inzichten) onderdelen anders en beter kunnen, zullen we de nodige aanpassingen doen in een volgend pMIEK.
Zie pMIEK 2.0> groslijst / projectfiches
Deze projecten zijn getoetst aan het afwegingskader pMIEK dat vanuit het Rijk is meegegeven. Het afwegingskader maakt de maatschappelijke effecten van projecten inzichtelijk. Op basis hiervan kunnen projecten worden geselecteerd die passen bij een toekomstbestendig en maatschappelijk gewenst energiesysteem.
- Maatschappelijk(e) doel en effecten (bijvoorbeeld uitbreiding van basisbehoeftes (drinkwatervoorziening, woonbehoefte en onderwijs), mobiliteit, veiligheid etc.)
- Energiesysteem (past het project binnen het energiesysteem van de toekomst)
- Inpassing in fysieke leefomgeving (nationaal omgevingsbeleid en provinciale/gemeentelijke ruimtelijke visies en programma’s)
- Urgentie (heeft het project extra steun nodig voor tijdige realisatie)
- Schaalniveau (is het nMIEK of pMIEK)
Elk project krijgt een bepaalde score via dit afwegingskader.
De provincie heeft nauw samengewerkt met netbeheerders en gemeenten. De partijen hebben samen gekeken welke projecten maatschappelijk belangrijk zijn en een zogeheten pMIEK-status moeten krijgen.
De pMIEK is ontwikkeld via de methode van integraal programmeren. In dit proces staat de publieke afweging centraal. Integraal programmeren is het proces waarin Rijk, provincie, gemeenten en netbeheerder(s) iedere 2 jaar samen maatschappelijk afgewogen keuzes maken over de inrichting van het energiesysteem in de regio. Resulterend in de pMIEK. Elke provincie moet een pMIEK opleveren.
Provincies, gemeenten, netbeheerders en andere partners maken gezamenlijk keuzes in samenhang met ruimtelijke en sectorale planvorming.
Voor de uitvoering van het pMIEK wordt samen met de betrokken partijen een uitvoeringsagenda opgesteld. Om te borgen dat de concrete- en verkenningsprojecten die opgenomen zijn in het pMIEK uitgevoerd gaan worden zoals afgesproken. Voor ieder pMIEK project wordt een projectteam ingericht om de voortgang te monitoren en ervoor te zorgen dat de benodigde stappen worden gemaakt.
Er wordt gestart met de evaluatie van het 2.0-proces. En langzaamaan wordt gestart met het proces om tot het pMIEK 3.0 te komen.
Het pMIEK is een proces voor de lange termijn, in dit stuk worden projecten opgenomen die in ieder geval in 2035 gerealiseerd moeten zijn. Inwoners merken in die zin op dit moment nog niks van het pMIEK 2.0 maar op de lange termijn gaan zij merken dat netcongestie opgelost wordt.