Ontstaan van de herenplaten


Het ontstaan van een (veen)stuifplateau of herenplaat kunnen we uitleggen aan de hand van een schematische tekening:

Ontstaan van de herenplaten

  1. We gaan terug naar het einde van de laatste ijstijd en het begin van het Holoceen (10.000 jaar geleden). In die tijd bevinden we ons met het Nuilerveld in een door de wind onder poolwoestijn-omstandigheden afgezet golvend dekzandlandschap met hoogtes en laagtes. Er begint zich een toendra-vegetatie te ontwikkelen. Langzamerhand wordt het klimaat vochtiger, de grondwaterstand hoger en komt er meer begroeiing;
  2. In de loop van de eeuwen wordt veel organisch materiaal afgebroken tot humus. In de mineralenarme dekzandgrond wordt een deel van de humus als humuszuren met het regenwater meegenomen naar beneden en er ontwikkelt zich een inspoelingslaag. Er ontstaat een zogenaamd podzolprofiel. De inspoelingslaag raakt steeds meer verstopt met de ingespoelde humus. In afgesloten laagtes van het dekzandlandschap blijft het water hierop staan en er ontstaat een veentje, gevuld met regenwater;
  3. Het veentje gaat ‘verlanden’. Plantenresten kunnen onder water moeilijk verteren en stapelen zich op. Het veentje raakt opgevuld met een veenlaag. Vanaf de zeventiende eeuw maakt de mens steeds intensiever gebruik van het landschap. Met name de hogere delen worden frequent afgeplagd en ook worden deze delen juist gebruikt voor zandwegen. De vegetatie verdwijnt hierdoor, het zand wordt niet meer vastgehouden en de wind kan er weer vat op krijgen. Dan begint het weer te stuiven;
  4. In de hoger gelegen delen blaast de wind al het zand weg tot op het niveau van het grondwater. Het weggeblazen zand blijft liggen op plaatsen waar het natter is en wordt daar ingevangen door de nog aanwezige vegetatie. Dit gebeurde ook in de voormalige, min of meer ronde, veentjes in het Nuilerveld. Het gevolg was dat de veentjes bedekt raakten met een flinke laag stuifzand en dat de omgeving tot een lage vlakte werd uitgestoven. De hoge delen werden lager en de lage delen werden hoger. Een omkering van het reliëf. Dit wordt ook wel een ‘reliëfinversie’ genoemd. De rand van het voormalige veentje tekent zich af als een steilrand.

Studenten

In april 2018 heeft een groep van vijf studenten van Hogeschool van Hall Larenstein in het kader van een project voor hun opleiding Management van de Leefomgeving (afstudeerrichting Toegepaste aardrijkskunde) met behulp van twee raaien van elk negen boringen de opbouw van een van de herenplaten op het Nuilerveld onderzocht.

Hun reconstructie is in twee getekende dwarsdoorsneden weergegeven. De doorsneden laten het beeld zien zoals in de schematische tekening van het ontstaan van een herenplaat is weergegeven.

De veenlaag in het stuifplateau is in het midden relatief dik en wordt naar de randen toe dunner.

Ook hebben de studenten aangetoond dat in de omgeving en waarschijnlijk ook wel onder de onderzochte herenplaat keileem aanwezig is.

Met name in de lage delen kon keileem aangetoond worden.

Dwarsdoorsnedeprofiel boringen raai ADwarsdoorsnedeprofiel boringen raai B

Aan de steilrand van een van de herenplaten zijn twee profielkuilen uitgegraven die de opbouw ook laten zien.

Profielkuil 1

Profielkuil 2