Nuilerveld een eeuw geleden
Nog geen honderd jaar geleden was het huidige natuurgebied Nuilerveld onderdeel van een enorme oppervlakte ‘woeste grond’ dat zich ononderbroken uitstrekte van Dwingeloo tot Wijster en van Spier tot Hoogeveen. Het vormde één geheel met de huidige Kraloër- en Dwingeloosche Heide en de Boerenveensche Plassen.
Op de kadastrale kaart uit 1832 staat de ‘sectie Nuil’ aangegeven als een ca. 575 ha groot gebied, bestaand uit het gehucht Nuil, de akker- en groenlanden van Nuil en het Nuilerbosch, maar ook uit ca. 550 ha heideveld en water.
In 1832 was het overgrote deel van dit heideveld eigendom van Hees Sent Gerrits, die in de kadastrale gegevens geregistreerd staat als bakker in Nuil. De ‘sectie Nuil’ was een onderdeel van het grondgebied, behorend bij de marke van Pesse.
De noord- en oostgrens van het grote Nuilerveld werd gevormd door de grens met de gemeente Beilen. Ten zuiden en westen lagen de overige markegronden van het esdorp Pesse.
De grens op de kadastrale kaart van 1832 is bij benadering overgenomen op de topografische kaart van ca. 1900 en op de huidige topografische kaart.
De vergelijking tussen de twee topografische kaarten laat zien dat het Nuilerveld van honderd jaar geleden nog een groot open veld was, waar bomen zo schaars waren dat ze op de topografische kaart als oriëntatiepunt ingetekend en aangegeven werden als ‘boom’.
Ook zien we dat tegenwoordig nog slechts enkele restanten overgebleven zijn van het grotere Nuilerveld, zoals het er bij lag rond 1900.