Esgehucht Nuil


Nuil is waarschijnlijk na de twaalfde eeuw ontstaan als een zogenaamd esgehucht vanuit het dorp Pesse. Het ontstaan van kampontginningen of esgehuchten buiten de oude esdorpen kwam toendertijd vaker voor in Drenthe.

Dit gebeurde vooral daar waar nog grote gebieden ‘woest’ lagen en waar de natuurlijke omstandigheden gunstig waren. Dit was rond Pesse ruimschoots het geval, waardoor meerdere gehuchten ontstonden.

Naast Nuil zijn ook Kraloo, Anholt, Bultinge, Eursinge en Oostering oorspronkelijk dochternederzettingen van Pesse.

Het esgehucht Nuil is ontstaan aan de zuidrand van een uitloper van een noordoost-zuidwest gerichte keileemrug, ontstaan door de ijsbedekking in het Saalien, de op een na laatste ijstijd.

De keileemrug werd aan drie kanten omgeven door een lager gelegen nat en vochtig gebied, gevormd door het bovenloopsysteem van de Wold Aa. Dit is goed zichtbaar op de hoogtekaart (AHN) van het gebied rond Nuil.

AHN

Vermoedelijk was de ligging in een vochtige omgeving de aanleiding voor de naam van het esgehucht Nuil.

Plaatselijk wordt de naam uitgesproken als ‘Nuul’. In 1363 wordt gesproken over ‘Ule’ en dat betekent: ‘drassig’ of ‘modderig’.

Nuil lag dus in een drassige, modderige omgeving wat ongetwijfeld ook nog versterkt werd door de aanwezigheid van keileem ondiep in de bodem.