Zoutpijler
Het Drouwenerzand ligt op de oostflank van de Hondsrug; de meest oostelijke en ook hoogste rug op het Drents Plateau. Vaak wordt gezegd dat de geologische basis voor het Drents Plateau is gelegd in het Pleistoceen; de periode van de ijstijden.
Dit is ten dele waar, want ook de geologische periode die bekend staat onder de naam ‘Perm' (ca. 250 miljoen jaar geleden) heeft geleid tot gevolgen die in het Drentse landschap nog duidelijk herkenbaar zijn. In die periode ontstond in het huidige Noordoost-Nederland en Noordwest-Duitsland een diep en dalend bekken, waarin het zeewater kon doordringen. Dit moet een soort binnenzee geweest zijn, waarin de oceaan frequent overstroomde.
Door indampingsprocessen - Drenthe had in die tijd een woestijnklimaat - ontstond een laag zout van honderden meters dik. Door latere bedekking met jongere afzettingen ligt dit zogenaamde steenzout momenteel op zo'n 3 km diepte. Als gevolg van deze bedekking wordt een grote druk uitgeoefend op de laag zout, waardoor het beweeglijk en kneedbaar lijkt te worden. Het soortelijk gewicht van zout is namelijk veel kleiner dan dat van de bovenliggende gesteenten; het zout krijgt daardoor de neiging om te gaan ‘drijven'.
Het steenzout perst zich hierdoor omhoog, dwars door ‘zwakke plekken' in de bovenliggende afzettingen en vormt hierbij pilaarvormige structuren; de zogenaamde ‘zoutpijlers'. De toppen van deze pijlers liggen nog maar enkele honderden meters onder het aardoppervlak. Het omhooggeperste zout kan zijn invloed doen gelden op het landschap. Onder het Ellertsveld bijvoorbeeld, het hoogliggende centrale gedeelte van het Drents Plateau, ligt de bekende zoutpijler van Schoonloo.
Deze heeft voor een groot deel het oorsprongsgebied van de Drentsche Aa bepaald en heeft er waarschijnlijk zelfs voor gezorgd dat het beekdalgebied werd onthoofd.
De omhoogkomende zoutpijler vormde een blokkade, waardoor het water in de bovenloop van de Drentsche Aa stagneerde. Onder invloed van dit stagnerende water vormde zich het Odoornerveen. Als gevolg van het steeds verder omhoogkomen van de zoutpijler zakte een deel van de Hondsrug omlaag en kon het water via deze laagte als Voorste Diep naar het Hunzedal stromen.
Zo goed als recht onder het Drouwenerzand ligt ook een zoutpijler. Zoutpijlers hebben de bovenliggende geologische lagen omhooggedrukt, waardoor op deze plekken oudere geologische lagen dichter bij de oppervlakte zijn komen te liggen dan op andere plekken. Dit is precies het geval op het Drouwenerzand. Het is aannemelijk dat de zoutpijler uiteindelijk de belangrijkste oorzaak is geweest voor het ontstaan van het omvangrijke stuifzandgebied op de Hondsrug.