Bodem en erfgoed
Drenthe heeft een eigen karakter, een eigen (ruimtelijke) identiteit, die door inwoners en bezoekers hoog gewaardeerd wordt. Het landschap en de bodem van Drenthe zijn hiervoor in belangrijke mate bepalend. Een gevarieerd landschap en het natuurlijk bodemsysteem dragen bij aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving voor mens en natuur, is in staat om klimaatveranderingen op te vangen en is daarmee van belang voor onze gezondheid en voor toekomstige generaties.
Het landschap van Drenthe is gevormd in een samenspel tussen klimaat, natuur en mens. De onderlegger van dit landschap is het natuurlijke bodem- en grondwatersysteem, dat ook wel het aardkundig landschap wordt genoemd. Het aardkundig landschap in Drenthe kent een grote variatie als gevolg van natuurlijke processen (tektoniek, ijs, water, wind en natuur) in verschillende geologische tijdvakken en klimatologische omstandigheden.
Het aardkundig landschap is een belangrijke informatiebron over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van Drenthe.
In Drenthe zijn zes aardkundige hoofdlandschappen te onderscheiden:
- Het Drents Plateau;
- De Hondsrug;
- Het Hunzedal en het (voormalig) hoogveengebied;
- Het stuwwallengebied;
- Het noordelijk Laagveengebied;
- Het zuidelijk Laagveengebied met de Reest.
Ieder aardkundig hoofdlandschap heeft een combinatie van kenmerkende aardkundige elementen, bestaande uit bijvoorbeeld stuwwallen, dekzandruggen en beekdalen. Wij beschouwen dit als aardkundig erfgoed. Ook de opbouw van de ondergrond (bijvoorbeeld de aanwezigheid van keileem en het voorkomen van bijzondere bodems) en actieve geologische processen (bijvoorbeeld meandering en zandverstuiving) horen bij het aardkundig erfgoed.
Het aardkundig landschap is bepalend geweest voor het gebruik van de bodem en het inrichten van het landschap door de mens. Dit gebruik heeft vele verschijningsvormen, van wonen en werken tot begraven en recreëren. Vanaf de vroegste mens in Drenthe, de Neanderthaler, heeft dit zijn sporen nagelaten. We noemen dit het cultuurhistorisch erfgoed van Drenthe.
Zowel de sporen van het natuurlijk ontstaan van het landschap als de alleroudste sporen van de mens (de hunebedden en grafheuvels uitgezonderd) bevinden zich grotendeels onzichtbaar verscholen in de bodem, Vandaar de veel gebruikte term ‘bodemarchief’ als het over ondergronds erfgoed gaat.
Het aardkundig en cultuurhistorisch erfgoed, zowel boven- als ondergronds, behoren tot de kernkwaliteiten van Drenthe (zie de vigerende provinciale Omgevingsvisie en -Verordening).
Ook nu komen er ontwikkelingen op de provincie af die van invloed zijn op het landschap en die Drenthe blijvend veranderen. Het is zaak om deze zodanig vorm te geven dat karakteristieke en beeldbepalende aardkundige en cultuurhistorische elementen en het bodemarchief behouden kunnen blijven en kunnen bijdragen aan de opgaven. Immers, het natuurlijke bodem- en grondwatersysteem draagt bij aan landschappelijke diversiteit en biodiversiteit, een aantrekkelijke omgeving om te wonen en te recreëren, het opvangen van de effecten van klimaatverandering en behoud van informatiewaarde over het verleden.
Om een integrale en zorgvuldige afweging van effecten, waarden en belangen te kunnen bewerkstellingen zijn drie beschermingsniveaus voor aardkundig erfgoed opgesteld. Deze zijn gericht op een goede balans tussen beleving, behoud en herstel. Aardkundig erfgoed met het hoogste beschermingsniveau zijn dusdanig gaaf dat ze absoluut behouden moeten worden voor huidige en toekomstige generaties. Het gaat bijvoorbeeld om de Hondsrug, het Dwingelderveld en delen van de Havelterberg.
Het Hondsruggebied is erkend als UNESCO Global Geopark vanwege het unieke aardkundig erfgoed en de combinatie met cultuurhistorie en natuur.
Vanaf 2009 hebben wij aardkundig monumenten onthuld. Elk aardkundig monument laat een ander aardkundig fenomeen zien. Alle aardkundige monumenten tezamen vertellen het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van de Drentse bodem vanaf de laatste drie ijstijden tot heden. Iedere gemeente krijgt een aardkundig monument.