Vlag van Drenthe


Hoewel de vlag van Drenthe geen onderdeel is van de huisstijl van de provinciale organisatie, leest u hier over de achtergrond en de betekenis van de Drentse vlag.

Sinds 19 februari 1947 heeft Drenthe een eigen vlag. Een witte, met in het midden twee rode banen. Tussen deze twee rode horizontale banen staat een zwarte toren, aan weerszijden geflankeerd door drie rode vijfpuntige sterren, alle met één punt naar boven.

De vlag heeft de kleuren wit en rood, omdat dit de traditionele Saksische kleuren zijn. Wit en rood zijn ook de kleuren van Utrecht. Eens was Drenthe deel van het Oversticht en dus onder bisschoppelijk gezag.

De zes sterren symboliseren de zes dingspillen: Zuidenveld, Oostermoer, Noordenveld, Rolder, Beiler en Dieverder dingspil. De toren duidt het kasteel van Coevorden aan, van waaruit eens Drenthe werd geleid door de drosten die hun zetel in het Coevorder kasteel hadden.

Een dingspil is een rechtsgebied. Drost is de benaming van een vertegenwoordiger van de bisschop van Utrecht, in de perioden daarna van de landsheer.

Omschrijving van de vlag

Een vlag, waarvan de lengte staat tot de breedte in de verhouding van 13:9, wit van kleur. Op twee negende van de breedte, gemeten zowel van de bovenrand als van de onderrand, een rode baan, breed één negende van de totale breedte van de vlag. In het witte vlak tussen beide rode banen: in het midden een zwarte, rechthoekige kasteeltoren op een laag voetstuk, voorzien van drie kantelen en een rechthoekige poortopening; ter weerszijden van deze toren telkens drie rode vijfpuntige sterren, alle met één punt naar boven.