Over de Rug van Zuidwolde
Langs de zuidrand stroomt de Reest van oost naar west en vormt met haar beekdal de grens tussen Drenthe en Overijssel. De sterk meanderende veenloop lijkt vrijwel ongeschonden. Het beekdal herbergt een kleinschalig esdorpenlandschap. De bescheiden boerderijen staan op een- en tweemans-essen, en zijn gelijkmatig verstrooid op de flanken van het beekdal.
Haaks op het beekdal liggen de stuwwallen. Ontstaan in de ijstijd vormen zij nu de rug waarop de esdorpen Ten Arlo, Schottershuizen en Zuidwolde ontstonden. Vondsten uit de Trechterbekercultuur wijzen erop dat de rug een lange bewoningsgeschiedenis kent. De rug heeft een behoorlijk reliëf, dat blijkbaar tot de verbeelding sprak want het Steenberger Oosterveld staat ook bekend als Klein Zwitserland.
Aan weerszijden van de rug werd het veen ontgonnen, ten oosten van de rug lag het hoogveen en ten westen lag het laagveen. Beide veensoorten werden verschillend ontgonnen en verkaveld. Kenmerkend voor de oostkant zijn de smalle, lange bosstroken en elzensingels.