Over de Lage Landen
Water is onmiskenbaar een van de belangrijkste elementen van de Lage Landen. De Oer-Vecht vormde het landschap. Er zijn hier meerdere beekdalen zoals bijvoorbeeld de Reest en de Wold Aa te vinden. De Drentse Hoofdvaart en het Meppelerdiep doorsnijden De Lage Landen. Alle waterlopen kwamen en komen samen in Meppel en brachten al vroeg welvaart naar de stad. Meppel kon zich mede door de goede ontsluiting in de Middeleeuwen ontwikkelen tot de handelspoort van Drenthe.
Een aantal beekdalen is vandaag de dag onherkenbaar veranderd. Het beekdal van de Reest is een uitzondering. De sterk meanderende veenloop lijkt vrijwel ongeschonden. In het beekdal ligt een kleinschalig esdorpenlandschap. De bescheiden boerderijen staan op een- en tweemans-essen, en zijn gelijkmatig verstrooid op de flanken van het beekdal. Ook de hooilanden langs de beek zijn op schaal. Het is onmiskenbaar een lieflijk deel van Drenthe.
Ten noorden van de Reest strekt zich het open landschap uit. De smalle percelen ontstonden door de middeleeuwse agrarische veenontginning. Boeren ontgonnen toen het woeste veen tot vruchtbare akkers. Inmiddels is het veen grotendeels verdwenen. In en rond Nijerveen liggen wat veenrestanten waar de aardbeivlinder nog voorkomt. In het strenge slagenlandschap valt het perenlaantje van de Dokter Larijweg in Ruinerwold op. Rijd eens op een mooie lentedag langs de bloeiende perenbomen en verbaas je over de bijzondere gevels van de historische boerderijen wellicht dat je in de berm ook nog de wilde narcis tegenkomt.