Hartje Drenthe


Beekdalen, essen, grafheuvelgroepen, Celtic fields, Spieker van Lhee

De kernkwaliteiten archeologie van provinciaal belang die in dit gebied aanwezig zijn, komen ook elders in Drenthe voor. Het gaat om de essen, zoals die van Hijken, Dwingeloo, Wijster, Pesse, Ruinen en Echten, waarvan de meeste hun archeologische waarde al ruimschoots hebben bewezen. Verder zijn er de beekdalen van de het Oude Diep (loop Oude Vaart), de Dwingelderstroom, de Beilerstroom, de Westerborkerstroom, de Eursingerstroom, de Ruiner Aa en het Oude Diep bij Hoogeveen. Twee grafheuvelgroepen,Celtic fields, de sporen uit de Tweede Wereldoorlog en de Spieker van Lhee - die eigendom is van de provincie - maken de lijst compleet.

Grafheuvels

In het Nationaal Park Dwingelderveldligt bij deBoerdennen of het Noormansveld (bij Westeinde) een groep van 45 grafheuvels uit voornamelijk de ijzertijd (brandheuvels) en deels ook uit de bronstijd.

Het landgoed Hooghalen bij Hijken biedt onderdak aan een 16-tal, merendeels wetenschappelijk onderzochte, grafheuvels uit de jonge steentijd (ca. 2500 v.Chr), midden-bronstijd (ca. 1800-1100 v.Chr.) en late ijzertijd (brandheuvels van rond 400 v.Chr. Een van de bronstijdheuvels op dit landgoed bevatte een mannengraf met uitzonderlijk rijke bijgiften. De dode moet een machtig persoon zijn geweest gezien de gouden oorringen, bronzen naalden en bronzen pijlpunten die hij in zijn graf meekreeg.

De middeleeuwse spieker van Lhee

In 1953-54 is bij Lhee (gemeente Midden-Drenthe) een uit veldkeien opgebouwde fundering aangetroffen die op grond van het aanwezige aardewerk lijkt te dateren rond 1200 n.Chr. Er zijn in archeologische kringen twee theorieën over de interpretatie van de funderingen. De eerste zegt dat het gaat om de kelderfundering van een houten ‘spieker’, dat is een oude benaming voor graanschuur of –opslagplaats. De tweede interpreteert het als de kelderfundering van een gewone boerderij. Bij de eerste theorie wordt een verband gelegd met centrale opslag van graan, belasting in natura voor de bisschop van Utrecht, de toenmalige landsheer van Drenthe. Tot dusver zijn echter geen directe aanwijzingen in geschreven bronnen of anderszins gevonden die Lhee linken aan een bijzondere rol in het bestuurssysteem van de bisschop. Het laatste woord hierover is dus nog niet gezegd. De `spieker’ is provinciaal eigendom en ligt er feitelijk nog net zo bij als toen de opgravers de fundering voor het eerst bloot legden.