Oranjekanaal
De opkomst en ondergang van een droom. Op 12 december 1853 ging bij Hoogersmilde een spade in de grond van Drenthe. Het begin van het kanaal dat we vandaag de dag kennen als het Oranjekanaal.
Jasper Klijn was een aannemer uit Assen die enkele kapitaalkrachtige zakenmensen uit Holland bij elkaar bracht en een mooi toekomstperspectief schetste. Klijn hield de rijke heren voor dat als ze de Odoornervenen en enkele andere veengebieden in Zuidoost-Drenthe zouden verwerven, en een kanaal zouden graven richting die gebieden, ze met de turf aldaar veel konden verdienen. Ook tijdens het graven van het kanaal zouden ze ongetwijfeld de nodige turf tegenkomen, tevens werd verwacht dat bij graafwerkzaamheden veel zwerfkeien gevonden werden die ook geld in het laatje konden brengen.
Veel meer heugelijke momenten hebben de investeerders niet aan het kanaal beleefd. Het vervoeren en exploiteren van zwerfkeien bleek te duur, en alleen bij Odoornerveen heeft men tijdens de graafwerkzaamheden wat turf gevonden. Het grootste probleem waar men tegenaan liep, was de afvoer van het water uit de onontgonnen veengebieden. Door de hoogte van de ondergrond in de uitlopers van de Hondsrug kwam het kanaalpeil zo hoog te liggen dat een belangenconflict ontstond tussen de bevaarbaarheid van het kanaal en de ontwatering van enkele laag gelegen venen.
Helaas was de grond onder het kanaal te hard en te hoog om met de hand uit te graven waardoor het kanaal niet diep genoeg werd en het water niet van het veen afstroomde. Hierdoor bleef het veen te drassig om turf te steken en het water in het kanaal te ondiep voor de scheepvaart.
Het kanaal is in 1976 onttrokken aan het scheepvaartverkeer.