Hunzedal
Het Hunzedal is nu een open vlakte tussen Hondsrug en randveenontginningen, maar is oorspronkelijk onderdeel van de uitgestrekte Hunzelaagte. Deze laagte ontstaat in de voorlaatste ijstijd (het Saalien; 250.000 - 130.000 jaar geleden) en raakt in het Holoceen (8.000 v. Chr. tot heden) geleidelijk bedekt met veen. Voordat het veen de overhand krijgt is het dekzandlandschap hier het domein van jagers en verzamelaars. Op veel dekzandruggen langs de Hunze zijn vondsten uit die oudere prehistorie aangetroffen.
De Hunze slingert zich naderhand door het veen; een zijarm, het Voorste Diep doorsnijdt de Hondsrug. Als vanuit een noord-zuid lopende zandrug de randveenontginningen ontstaan en in de achttiende- en negentiende eeuw het oostelijker gelegen veen grootschalig ontgonnen wordt, blijft het Hunzedal open en grotendeels onbebouwd. Het gebied wordt dan gekenmerkt door het grillig verloop van de Hunze, een aantal dijkjes die de Hunze moeten beteugelen en enkele dwarsverbindingen vanaf Hondsrug naar het randveen. Incidenteel ontstaat wat bebouwing langs die dijkjes en op een enkele zandopduiking, zoals bij Veenhof.
In de tweede helft van de twintigste eeuw wordt de Hunze rechtgetrokken en wordt het gebied heringericht voor de landbouw. Hierdoor is veel van het microreliëf afgevlakt. Een nieuwe kentering vind plaats na de jaren tachtig. Dan wordt gestart met grootschalige natuurontwikkeling in het Hunzedal met als doel het herstel van de natuurlijke waterlopen.
De openheid en grote schaal van het dal wordt benadrukt door de begrenzingen aan de oostzijde en de westzijde: de bebouwingslinten van de randveenontginningen en de vrij steile rand van de Hondsrug met haar besloten boseenheden.