Prehistorische route
Aan het verspreidingspatroon van archeologische monumenten kan soms een samenhang ten grondslag liggen, waaruit opmerkelijke conclusies kunnen worden getrokken. Een van de fraaiste voorbeelden in ons land is de noordwest-zuidoost lopende prehistorische landroute over de Hondsrug. Hoewel de weg zelf feitelijk niet is aangetroffen, laat deze zich aan de hand van een snoer van prehistorische begravingen in de vorm van grafheuvels en hunebedden, en middeleeuwse karrensporen over de hele Hondsrug aanwijzen- van Coevorden tot Haren in de provincie Groningen. De weg laat zich qua faam goed vergelijken met de Limes, de weg langs de noordgrens van het Romeinse rijk (in Nederland de oude Rijn) waarlangs wachttorens, legerplaatsen en grensforten (verdedigingswerken) liggen.
In gebieden die van oudsher intensief werden bewoond, vertoont het snoer van grafmonumenten verdichtingen, op plekken waar geen of nauwelijks bewoning plaatshad is het lijnvormige patroon veel ijler. Aan de ligging van de hunebedden kunnen we afleiden dat de route over de Hondrug al in gebruik was ten tijde van de Trechterbekercultuur, zo'n 5500 jaar geleden. Wat we vervolgens zien is dat nog eeuwenlang daarna men de rij grafheuvels en hunebedden bleef volgen, totdat verplaatsingen van nederzettingen en de aanleg van essen de reizigers noodzaakte hier en daar een andere weg te kiezen. In hoofdlijnen bleef de route in gebruik tot in de negentiende eeuw, toen zich een naar moderne maatstaven gemeten wegenstelsel ontwikkelde. De huidige N34, de provinciale weg Groningen-Emmen-Coevorden kan als de twintigste-eeuwse opvolger van de prehistorische route worden gezien.