Hondsrug

De Hondsrug is een heuvelrug in het oosten van Drenthe die loopt van de stad Groningen naar Emmen. De rug is ongeveer 70 kilometer lang en heeft in het oosten een uitermate rechte begrenzing. De Hondsrug vormt de oostelijke rand van het Drents keileemplateau en is ontstaan tijdens de laatste ijsuitbreidingsfase in het Saalien. Het is de meest prominente rug in een complex van meerdere parallel lopende, langgerekte ruggen.

De ontstaanswijze van deze ruggen is door meerdere wetenschappers bediscussieerd. Er werd in het verleden wel verondersteld dat tektonische activiteit ten grondslag lag aan het voorkomen van de ruggen in het landschap, mede door de scherpe oostgrens van de Hondsrug. In de diepe ondergrond aanwezige oude breuken zouden recentelijk gereactiveerd zijn, waar dan bij verschuivingen langs deze breukvlakken de ruggen werden gevormd. Uit seismisch onderzoek zijn echter geen resultaten naar voren gekomen die wijzen op de aanwezigheid van breuken in de ondergrond die overeen komen met de ligging van de ruggen aan de oppervlakte.

De meeste andere hypotheses gaan uit van vorming door middel van glaciale processen, die gerelateerd zijn aan de ijsbedekking van Noord-Nederland gedurende het Saalien en het Elsterien.

Zo is de Hondsrug wel beschouwd als een stuwwal, dat wil zeggen een rug bestaande uit opgestuwd, lokaal sediment. Aanwijzingen voor stuwing zijn echter slechts gevonden in het zuidelijk deel van Hondsrug, bij Emmen.

Een recente hypothese gaat ervan uit dat de Hondsrug is gevormd aan het eind van het Saalien. Tijdens de eindfase van het Saalien, toen het ijsfront zich verder naar het noorden had verplaatst en doodijs was  geworden (niet meer gevoed vanuit de poolkap) stroomde de Hondsrug-ijsstroom  met een relatief grote snelheid tussen het stil liggende (dood)ijs door. De Hondsrug ijsstroom vervormde lokaal eerder afgezette sedimenten en oudere vervormingen van eerdere uitbreidingsrichtingen van het ijs uitbreidingen  en gaf de onder het ijs gevormde ruggen  de oriëntatie die met de ijsstroom mee liep, namelijk een NNW-ZZO richting. In het noordelijk deel van het Hondsruggebied was sprake van sterke erosie tussen gevormde ruggen, terwijl in het gebied bij Groningen en tussen Gieten en Borger de vervormingen heel sterk zijn. Dit in tegenstelling tot het gebied tussen Buinen en Valthe waar nauwelijks deformatie plaatsvond.

Uit recent onderzoek blijkt dat het voorkomen van zoutkoepels in de ondergrond mogelijk een rol heeft gespeeld in de versnelling van de Hondsrug-ijsstroom en daardoor ook van betekenis is geweest voor de vorming van de Hondsrug. Er zijn ook aanwijzigen dat breuken in de ondergrond ook invloed hebben gehad op de vorming van de Hondsrug.