Stuifzand
In de 18e en 19e eeuw ontstonden grote stuifzanden in het Holtingerveld. Dat kwam doordat de boeren te veel schapen lieten grazen op de heide. Bovendien werd er intensief geplagd. De zode raakte zwaar beschadigd, waardoor het zand de kans kreeg te stuiven.
Zo ontstonden Ooster- en Westerzand, het Uffelterzand en het Holtingerzand. Het stuivende zand bedreigde vruchtbare akkers en zelfs dorpen. Door de afname van de begrazing en de aanplant van bos werd het stuifzand beteugeld. In dit extreme terreintype kunnen maar weinig planten en dieren overleven. Buntgras, heidespurrie en ruig haarmos lukt dat wel. Ook dieren zoals zandloopkevers en sommige krekels en bijen zijn aangepast aan de extremen die hier optreden. Tegenwoordig waarderen we het stuifzand meer dan vroeger. Niet alleen om te recreëren, maar ook vanwege de bijzondere natuur. Daarom werken de beheerders aan herstel van enkele stuifzanden om dit historische landschap in stand te houden.
Zand Holtingerveld