De historie van het Dwingelderveld
Het gebied dat nu de naam Dwingelderveld draagt, is zeer lang geleden gevormd. Onder invloed van wisselende klimatologische omstandigheden, zoals onder meer de voorlaatste IJstijd, ontstond een bodem met veel stenen, rotsblokken, grint en zand.
Het Scandinavische ijs dat Nederland voor een deel bedekte, maalde dat bodemmateriaal 'fijn' tot een vrij compacte massa. Dit zogenoemde 'keileem' is in grote delen van het Dwingelderveld terug te vinden, variërend van vlak aan de oppervlakte tot enkele meters daaronder. Veel van het keileem dat toen - ongeveer 150.000 jaar geleden - werd afgezet, is 'verdwenen', vooral door de uitschurende werking van smeltwaterbeekjes en -riviertjes. Boven de keileemlaag ligt een pakket dek- en stuifzanden, ontstaan door de wind die ongeveer 20.000 jaar geleden veel zand van andere streken aanvoerde, en door zand dat door smeltwater werd meegenomen.
Bijzondere soorten flora en fauna dankzij keileemlaag
Juist de keileemlaag maakt het gebied zo bijzonder. Deze laag voorkomt dat (regen)water direct wegzakt in de bodem. Daardoor - en door vele andere oorzaken - zijn bijzondere omstandigheden ontstaan waardoor zeldzame en bedreigde flora en fauna zich in dit gebied kunnen vestigen en handhaven. Een van die omstandigheden is het feit dat het gebied zijn eigen watersysteem heeft. Bovendien is menselijk ingrijpen in het gebied beperkt gebleven. Daardoor heeft het Dwingelderveld z'n voedselarme en vochtige karakter kunnen bewaren. Ook die omstandigheden dragen ertoe bij dat er in dit gebied zeldzame en bedreigde planten en dieren voorkomen.