De knoflookpad: bedreigde soort, maar in Drenthe voelt hij zich thuis


Hij is nagenoeg onzichtbaar, ontzettend kwetsbaar, maar woont graag in Drenthe: de knoflookpad. Het is een ernstig bedreigd dier, dat te lijden heeft van het veranderde landschap. Maar er is ook goed nieuws: op de Drentse Hondsrug werken verschillende partners, met steun van de provincie, aan het versterken van de populaties die er leven.

“De knoflookpad is een soort die van oorsprong in beek- en rivierdalen voorkomt, vooral in de oostelijke helft van Nederland, van Drenthe tot en met Limburg”, vertelt Richard Struijk van kennisorganisatie RAVON, dat zich richt op onderzoek, advies en bescherming van reptielen, amfibieën en vissen. “De soort heeft een enorme achteruitgang gekend en dat komt vooral door het verdwijnen van de dynamiek langs rivieren en beken en door intensivering en schaalvergroting in de landbouw.”

De leefomgevingen verbinden

Het is heel moeilijk om de achteruitgang in cijfers uit te drukken vertelt Struijk. Dat komt mede doordat het beestje nagenoeg onzichtbaar is: overdag graaft hij zich in, ’s nachts is ‘ie bijna uitsluitend onder water te horen. De grootste populatie van Nederland is te vinden op de Hondsrug. “De verschillende deelpopulaties leven hier op dit moment echter behoorlijk versnipperd, ze staan niet in verbinding met elkaar. De afstanden zijn te groot, het landschap ertussenin is minder geschikt. Consequentie daarvan is dat inteelt op de loer ligt en dat kan leiden tot uitsterven.”

Een ander serieus probleem is de verspreiding van de watercrassula in één van de gebieden, een exotische waterplant uit Australië. “Dat plantje dringt zó snel binnen dat het hele wateroppervlaktes kan bedekken, in Brabant zijn hele vennen dichtgegroeid met dat plantje. Dat baart ons grote zorgen.”

Om de situatie van de knoflookpad te verbeteren werkt de provincie Drenthe, samen met RAVON, Landschapsbeheer Drenthe en Staatsbosbeheer aan verbindingen van hersteld en nieuw leefgebied tussen Weerdinge en Exloo. “Het doel is een grote populatie te creëren, een aaneenschakeling van meerdere families. Dat houdt in dat we bestaande populaties versterken en verbinden, door geschikt leefgebied te creëren.”

Gewoonweg een paar poelen aanleggen volstaat helaas niet, legt Struijk uit. “De knoflookpad gedijt het best in ondiepe wateren met een groot oppervlak, zodat het water opwarmt en ook incidenteel droog kan vallen, zodat er geen vis in kan overleven. Want vissen eten de eitjes en larven van de knoflookpad op. Een leuk weetje: de kikkervissen van de knoflookpad zijn de grootste van Europa, die kunnen wel 20 centimeter groot worden. De Nederlandse naam is trouwens te danken aan de naar knoflook ruikende geur die de pad door de huid afgeeft bij gevaar.”

Poelenlint

Het doel is een lint van poelen, die steeds op een paar honderd meter van elkaar liggen. Verder moet de grond eromheen geschikt zijn voor de knoflookpad om zich in te graven. Die gronden bestaan uit akkertjes, schraal grasland en heide, als er maar een open, vergraafbare bodem is. Vandaar dat het belangrijk is dat natuurbeheerders en boeren bij deze plannen betrokken worden. Als boeren akkerranden inzaaien met kruiden, kunnen ze daarvoor subsidie ontvangen van de provincie Drenthe. Dit is de afgelopen jaren ook gebeurd; Agrarische Natuur Drenthe (AND) heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om samen met boeren vele kilometers akkerrand aan te leggen. De padden kunnen deze randen gebruiken als leefgebied in de buurt van poelen en om op zoek te gaan naar nieuwe leefgebieden. Daarvoor moet de populatie knoflookpadden in de natuurgebieden wel doorgroeien zodat jonge dieren op zoek gaan naar nieuwe gebieden. Belangrijk in dit verband is dat de provincie een perceel in Valthe heeft aangekocht, dat ingericht zal worden als kraamkamer voor de knoflookpad.

Dit jaar wordt gestart met de uitvoering van het inrichtingsplan. “Het realiseren van de plannen is niet eenvoudig, maar we zetten de schouders eronder. Belangrijk is dat de knoflookpad een beschermde status heeft, dat brengt voor Nederland een inspanningsverplichting met zich mee. Die verantwoordelijkheid wordt ook in Drenthe gevoeld.”

De rol van de provincie: “Je zou de knoflookpad kunnen zien als een keurmerk”

Sinds enkele decennia valt het natuurbeleid onder verantwoordelijkheid van de provincie. Hans Dekker, die namens de provincie al vele jaren betrokken is bij natuurprojecten: “Destijds hebben wij gezegd: planten- en diersoorten waar het slecht mee gaat en waarvan wij vinden dat Drenthe er een verantwoordelijkheid voor draagt, daar spannen wij ons voor in om te voorkomen dat ze uitsterven.” Die zorg gaat verder dan een zak met geld, benadrukt Dekker, de provincie pakt een regierol. “Als wij ons willen inspannen voor een bepaalde soort, dan zoeken wij daar partijen bij om te participeren. In dit geval, de knoflookpad, hebben wij dus onder andere de experts van RAVON erbij gevraagd.”

Dat de provincie zich inspant voor de knoflookpad, heeft ook te maken met de symbolische waarde van het dier: “De knoflookpad is een kwaliteitsindicator van ons cultuurlandschap. Als de knoflookpad zou uitsterven, dan sterven er in zijn kielzog meer soorten uit. Want deze soortstelt zulke specifieke eisen aan zijn leefmilieu; als dat niet meer voldoet, heeft dat onherroepelijk gevolgen voor andere soorten. En als we met zijn allen er voor weten te zorgen dat het juist goed gaat, zijn we op de goede weg met het verhogen van de kwaliteit van ons landelijk gebied. Je zou de knoflookpad dus kunnen zien als een keurmerk.”

Kijk voor meer voorbeelden van robuuste natuur in Drenthe op: Natuurlijk Platteland - Provincie Drenthe