Eerste oehoe’s met jongen in Drenthe
In het Drents-Friese Wold heeft een oehoe-paar deze zomer een aantal jongen met succes grootgebracht. Het is de eerste keer dat deze grote uil in Drenthe jongen heeft uitgebroed. Om dit voor onze provincie unicum te vieren kreeg Henk Jumelet, gedeputeerde Provincie Drenthe, van boswachter Widmar van de Meer van Staatsbosbeheer woensdag een geboortekaart aangeboden.
Een medewerker van Staatsbosbeheer vond in april al braakballen die erop wezen dat er oehoes waren neergestreken in het natuurlijke bos van het Drents-Friese Wold. Op 13 juni vond een ruiter in het bos een jonge uil en deze werd door de dierenambulance naar opvangcentrum Fûgelhelling in Ureterp gebracht. Het personeel van de Fûgelhelling had al gauw in de gaten dat het hier ging om het jong van de oehoe. Aangezien de jonge oehoe nog niet kon vliegen, kon Staatsbosbeheer het nest, een oud buizerdnest, vlakbij de vindplaats traceren. Het oehoe-jong is dezelfde dag nog bij het nest op de kluit van een omgevallen beuk teruggeplaatst, samen met een wildcamera om de zaak in de gaten te houden.
Camerabeelden
Op de beelden is het jong in de dagen erna duidelijk te zien. Het blijft zitten op de beukenkluit, wordt gevoerd door de ouders en het krijgt gezelschap van meerdere andere jongen. Nadat de jongen waren uitgevlogen, heeft Staatsbosbeheer de directe omgeving van het nest later minutieus afgestruind op prooiresten en braakballen. Daaruit bleek dat de uilen vooral leefden van bruine ratten, egels, jonge hazen, vogels (waaronder jonge buizerd, jonge bosuil en volwassen ransuil) en meikevers. De jongen zijn nu uitgevlogen en zoeken gewoonlijk naar een andere verblijfplaats ver weg. De ouders zullen naar alle waarschijnlijkheid in het Drents-Friese Wold blijven. Op de website van ROEG!, het Drentse platform voor natuur, staat een montage van de camerabeelden van de kuikens.
Indrukwekkend dier
Gedeputeerde Henk Jumelet: “Ik vind het geweldig dat zo’n indrukwekkend dier zich thuis voelt in de Drentse natuur.” Ook boswachter Widmar van der Meer is verguld met de komst van de oehoe: “Het Nationaal Park het Drents-Friese Wold is een groots en ruig natuurgebied. Er is genoeg ruimte voor wildere natuur. De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan een natuurlijk en gevarieerd bos, dat aantrekkelijk is voor dieren, planten en mensen. Ook al gedijt de oehoe ook in andere landschappen, toch voelt het als een compliment dat hij zich hier blijkbaar thuis voelt.”
Over de oehoe
De oehoe is sinds 1997 weer terug in Nederland, met name in Limburg en de Achterhoek. In 2019 werden 38 paren in Nederland gemeld. De oehoe lijkt qua uiterlijk op de ransuil, maar is een flink stuk groter en daarmee een indrukwekkende verschijning. Het vrouwtje is gemiddeld groter (gem. 67 cm) dan het mannetje (gem. 61 cm). De spanwijdte ligt tussen de 1,60 en 1,88 meter. De uil heeft opvallende, 8 centimeter lange oorpluimen en grote oranje ogen. De oehoe is een beschermde inheemse diersoort. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd.