Veteranen met PTSS vinden veilige haven in Nieuw-Balinge
Het voormalige munitiedepot in Nieuw-Balinge heeft niet alleen een historische waarde, maar biedt ook een plek waar veteranen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Momenteel werken de veteranen vrijwillig aan de ontwikkeling en exploitatie van het provinciale depot voor oude bouwmaterialen. Dankzij de provinciale bijdrage van 150.000 euro uit de Sociale Agenda heeft het project in elk geval zekerheid tot 1 januari 2025.
“Het is een plek waar veteranen hun dag zinvol kunnen besteden”, vertelt Sandra Hoekman. Zij is voorzitter van Stichting Erfgoed Arsenaal Drenthe. Deze stichting exploiteert het depot en levert daarmee een bijdrage om de Drentse monumenten in stand te kunnen houden. Het depot is van grote betekenis voor onze provincie, maar ook voor onze oudgedienden. De samenwerking tussen de stichting en de veteranen is omarmd door de provincie en heeft geleid tot een driejarige subsidie uit de Sociale Agenda om onder andere begeleiding te kunnen leveren.
De activiteiten die worden aangeboden, hebben geleid tot een beter welzijn van de oudgedienden. De zoektocht naar een structurele financiering om de activiteiten te kunnen blijven uitvoeren, heeft nog niet het gewenste resultaat opgeleverd. Dit komt volgens Sandra voornamelijk omdat er preventief gewerkt wordt: “Het blijkt dat dit lastig te financieren is. Door het oprichten van de Stichting Sociaal Erfgoed met toevoeging van een Raad van Toezicht heeft de provincie besloten nog een eenmalige subsidie te verstrekken. Met de subsidie kunnen we dit jaar nog door met de opvang van veteranen en met behulp van onze nieuwe Raad van Toezicht hebben we een nieuwe kans om een structurele financiering te vinden."
Unieke locatie
Het depot is omsloten met een hekwerk en ligt midden in de natuur. Het heeft een militaire achtergrond en de indeling is zodoende herkenbaar. De groep veteranen die hier hun dag komen invullen, kunnen niet meer (volledig) meedoen aan de maatschappij. “Door de PTSS heeft de veteraan behoefte aan een veilige omgeving met weinig prikkels. Als ze op het depot zijn, weten ze precies wat er gebeurt en wie er die dag komen. We bieden een mooie invulling gedurende de dag waarbij we de veteranen tot niets verplichten. Activiteiten worden op de persoon afgestemd, maar er is ook ruimte voor eigen projecten. Al met al maakt dit het depot uiterst geschikt voor deze doelgroep.”
Aanvulling op bestaande behandelingen
Het dagprogramma is een aanvulling op de therapeutische behandelingen die ze al krijgen, zoals traumaverwerkingstherapie. Sandra: “De veteranen zitten naast de behandelingen veelal thuis. Dit heeft vaak weerslag op het gezin of hun gedachten. Wanneer het hen te veel wordt, kunnen ze naar Nieuw-Balinge komen om even de zinnen te verzetten. Wij bieden dan de veilige plek waar ze even naartoe kunnen, zonder dat er vragen gesteld worden of verantwoording nodig is.” In totaal zijn zo'n 17 veteranen aan het depot verbonden.
Sandra glimlacht: “Ik kan met trots vertellen dat het met zo'n 15 veteranen echt een stapje beter gaat. Dat is uiteraard niet alleen door de locatie, maar we zijn blij dat we daar in ieder geval aan bij hebben kunnen dragen. Wij zeggen altijd dat we geen zorg leveren aan de veteraan. Natuurlijk zorgen we wel voor ze, maar niet zoals een reguliere zorginstelling dat doet. Er is hier een soort sociale controle en onze aandacht heeft vooral een preventieve werking.”
Ook veteranen die ‘uitbehandeld’ zijn, maar nog steeds hinder ondervinden van PTSS komen hier. Sandra: "De rustige omgeving doet ook hen goed. Dat is fijn om te zien. Het is bekend terrein voor alle veteranen en er zijn hier geen verborgen hoekjes. Ze (her)kennen de bunkers en ook is iedereen altijd op de hoogte van ontwikkelingen. Komt er iemand op bezoek? Is er een nieuwtje? Dan zijn we daar transparant over. Hierdoor weet iedereen altijd wat er speelt of wat ze kunnen verwachten. Onze vrijwilligers zijn niet bang voor buitenstaanders hoor, maar vinden onverwachte situaties wel onprettig.”
'Het is mijn veilige haven’
Tijdens het bezoek aan het depot is ook een militaire veteraan aangeschoven. Arend* vertelt dat hij in 2019 thuis kwam te zitten door PTSS. “De zorg voor veteranen is in de afgelopen jaren beter bereikbaar geworden en heeft een positieve ontwikkeling gehad. Er zijn veel voorzieningen vanuit Defensie, maar op het gebied van opvang voor veteranen met PTSS in Nederland is er weinig georganiseerd. Uit mijn ervaring blijkt dat veel veteranen tussen wal en schip raken, dat is vreselijk. Er zijn maar twee mogelijkheden waaruit je kunt kiezen: Je bent elke dag thuis en gaat één tot twee keer per week naar de behandeling, of je bent intern onder behandeling en je komt alleen in het weekend naar huis.”
Juist voor de veteraan die thuis zit en behoefte heeft aan een rustige, veilige omgeving waar geen therapie wordt gegeven, is het depot een aanrader, volgens Arend. “Deze plek is mijn veilige haven geworden. Deze plek biedt structuur aan mijn weekindeling. Ik moet hier niks, maar ik mag een heleboel. Natuurlijk zijn er regels, maar deze regels zorgen juist voor duidelijkheid. Er wordt bijvoorbeeld niet onderling gesproken over onze uitzendingen en over wat we precies hebben meegemaakt. Daarnaast helpt het dat we allemaal veteraan zijn, want we snappen elkaar zonder ook maar één woord uit te wisselen.”
Arend slaat een diepe zucht: “Door het zorgsysteem word ik een PTSS’er genoemd, maar hier ben ik ‘gewoon’ Arend die toevallig ook PTSS heeft. Ik ben blij dat ik hier mezelf kan zijn en dat ik een plek heb waar er altijd iemand voor me klaarstaat.”
Toegevoegde waarde
Het wordt duidelijk wat de toegevoegde waarde van deze plek is. Het helpt dat de veteranen met elkaar kunnen zijn op vrijwel ieder gewenst moment van de week. De oudgedienden kunnen er doordeweeks, in het weekend maar ook ‘s nachts terecht. Dat deze mogelijkheid er is, geeft Arend ademruimte. “Ik vertrek vaak met een gespannen gevoel van huis, maar voel me ontspannen en rustiger als ik weer thuiskom. Dit geldt niet alleen voor mij, maar ook voor mijn vrouw en kinderen.”
De stichting Erfgoed Arsenaal Drenthe kreeg drie jaar subsidie vanuit de Sociale Agenda om de veteranen op te vangen. Voor 2024 was de financiering voor het project nog niet geregeld en daarmee was het onzeker of het project kon doorgaan. Hiermee werd ook het ontspannen en rustige gevoel van de vrijwilligers op de proef gesteld. Sandra benadrukt wat de weerslag is van deze onzekerheid “Het was niet alleen een onzekere tijd voor ons, maar ook voor de veteranen. Wij boden ze juist altijd duidelijkheid en rust door 24/7 klaar te staan op het depot, maar ineens konden we deze garantie niet meer bieden. Ook zorgt die onzekerheid ervoor dat sommige oudgedienden niet meer willen komen, terwijl zij juist de groep zijn die zoveel baat heeft bij deze plek.”
Met de oprichting van de Stichting Sociaal Erfgoed was de provincie bereid om nog een extra jaar te financieren, zodat het project in 2024 door kan gaan. De stichting heeft een Raad van Toezicht bestaande uit Marco Out (burgemeester van Assen) en Gosse Bijlenga (luitenant-kolonel b.d.). Sandra: “We zijn blij met deze nieuwe Raad en de steun van de provincie, met name met de betrokkenheid van de commissaris van de Koning Jetta Klijnsma en gedeputeerde Yvonne Turenhout bij dit project.”
Toekomst
Samen met de Raad van Toezicht is de nieuwe stichting weer hard op zoek naar mogelijkheden om het depot te kunnen financieren na 2024. “Ik hoop dat er een partij opstaat die ons bijvoorbeeld vijf jaar lang wil financieren. Dit geeft veteranen de mogelijkheid om langer te blijven en vooral rust. We hebben nog voldoende plek om nieuwe militaire veteranen te ontvangen.”
*De echte naam van Arend is bekend bij de redactie.