Groen cultureel erfgoed in Drenthe: de wilde appel
In Drenthe zijn nog een paar echt oude stukken bos en houtwallen te vinden. Ze konden overleven door het duurzaam gebruik ervan binnen het boerenbedrijf of door de dorpsgemeenschappen en ze behoren dan ook tot het oudste cultuurhistorische erfgoed. Onderdeel van dat erfgoed is de wilde appel. Expert Bert Maes verklaart de relatie tussen de oudheid, cultuur en natuur. En hij legt uit dat het vijf voor twaalf is voor de wilde appel.
Bert Maes doet onderzoek naar de wilde bomen en struiken die Nederland nog rijk is. En wild is: wat hier na de ijstijd gekomen is, aangeplant of niet. Je zou het ‘autochtone’ planten en bomen kunnen noemen, die hier al duizenden jaren voorkomen. Van zijn hand is onlangs een nieuw boek verschenen: de Atlas Wilde bomen en struiken. “Ik heb een aantal criteria bedacht hoe je oude bomen kunt herkennen”, vertelt Maes. “Ik kijk hiervoor onder andere naar oude kaarten. Het geluk is dat wij een prachtig gedetailleerde kaart uit 1850 hebben. Toen waren er nog relatief weinig importbomen.” Onder meer dit onderzoek leidt Maes dus naar de vindplaats van wilde bomen en struiken.
“Drenthe is een vrij rijke provincie als het gaat om wilde flora. Deze echte oude bossen zijn in Drenthe vrij klein, maar het zijn wel echte parels. Bijvoorbeeld de zogeheten potkleibossen: de Maatlanden,het Lieverder Noordbos en de beekdalbosjes in het Drentse Aa-gebied, zoals het Amerholt. De houtwallen, die zich in beekdalen bevinden, horen ook hierbij. Drenthe herbergt ook het waarschijnlijk een van de oudste bossen van Nederland: het Mantingerbos, vol bijzondere soorten zoals zeer zeldzame bramensoorten en de zevenster.”
Romeinse tijd
“Drenthe heeft de grootste populatie wilde appels van ons land. Dat is mede te danken aan het feit dat de Drentse natuur wat meer met rust gelaten is, in vergelijking met andere provincies. De wilde appel is één van de genetische voorouders van onze consumptieappels. De wilde appel werd vroeger ook wel benut voor jachtdoeleinden; wild at ervan en werd later bejaagd. Of er werd moes van de appels gemaakt. Er zijn lokale verordeningen uit de 16e eeuw waarin staat dat appels niet zomaar uit het bos gehaald mochten worden. Dat had waarschijnlijk te maken met de jacht. Dus dan weten we: in die tijd stond die wilde appel daar al in het bos. Archeologen vonden ook wilde verkoolde appels van zo’n 6000 jaar oud. Deze bomen zijn dus van grote cultuurhistorische waarde.
Als je ergens een wilde appelboom vindt, dan is dat een heel oud bosrestant. Het bewijs hiervoor vinden we bijvoorbeeld in het Amerbos. Daar zijn luchtfoto’s gemaakt en zo is ontdekt dat er akkers van vóór de Romeinse tijd onder het bos liggen. Deze ‘authentieke groeiplaatsen’ van meer dan 2000 jaar oud leveren een hele hoop kennis op.
Bescherming van de wilde appel
“De wilde soorten hebben het moeilijk. Zo is het beheer van de wilde appel een vak apart. De wilde appel houdt bijvoorbeeld van licht, daarom moet de menselijke hand eraan te pas komen om bepaalde plekken open en licht te houden. Van alle bossen en houtwallen die we nog hebben bestaat nog maar drie procent uit wilde soorten. En we zijn op weg naar de twee procent.
Plaatsen als het Gasterse Holt, het Mantingerbos en het genoemde Amerbos; dat zijn eigenlijk de Rembrandts en Van Goghs onder de bossen in Nederland. We zitten op een cruciaal moment; we moeten voorkomen dat mensen later zeggen: ‘waarom hebben jullie toen niet voorkomen dat de wilde appel is verdwenen?’”
Aandacht voor ‘gebiedseigen soorten’
In de periode 1994-1996 hebben onderzoekers, waaronder Bert Maes, in opdracht van de provincie een inventarisatie uitgevoerd naar het voorkomen van bijzondere en van oudsher hier voorkomende bomen en struiken in Drenthe. De provincie hecht grote waarde aan onze ‘eigen’ bomen en struiken, omdat die iets vertellen over de geschiedenis, ons landschap en onze natuur. De provincie Drenthe heeft herstel van de biodiversiteit hoog in het vaandel staan. Al geruime tijd ondersteunt en initieert de provincie projecten die tot doel hebben het leefgebied van bedreigde soorten te herstellen. Daarbij ligt de focus vooral op soorten die karakteristiek zijn voor Drenthe of waarvan de soorten vooral of alleen nog in Drenthe voorkomen en we daarmee (inter)nationaal een grote verantwoordelijkheid hebben. De wilde appel hoort daar zonder meer bij.
De laatste jaren promoot de provincie het gebruik van inheemse soorten meer dan ooit. Het goede nieuws is dat in de bossenstrategie is vastgelegd dat er aandacht moet zijn voor de wilde bossen en struiken in Nederland. Dit is overgenomen in de Drentse uitwerking van de bossenstrategie, de Drentse Bomen-en Bossenstrategie. Er wordt gestreefd naar instandhouding en uitbreiding van autochtone bomen en struiken. Het is belangrijk om aanwezige kennis verder te ontwikkelen en te verspreiden. Door middel van subsidie wil de provincie de aanplant en spontane vestiging van autochtoon plantmateriaal stimuleren op de daarvoor geschikte locaties. Wat dus ook inhoudt dat de wilde soorten in natuurgebieden worden gekoesterd en aangeplant. In de Ontwerp-Natuurvisie Gastvrije natuur 2040 is vastgelegd dat het duurzaam behoud van ‘gebiedseigen soorten’ een belangrijke rol moet krijgen. In het samenwerkingsverband Boer, Burger, Natuur Drenthe en het Programma Soortenrijk Drenthe wordt dit al toegepast, net als bij het streekbeheer en het initiatief Plan Boom. Het spreekt voor zich dat bijzondere boom- en struiksoorten, zoals de wilde appel, een belangrijke positie hebben bij duurzaam herstel van de biodiversiteit in Drenthe.