Meer biodiversiteit met behoud inkomen lijkt haalbaar

Gepubliceerd op 20 januari 2025

In 2024 telde het project Broekstreek Oude Diep 35 deelnemers. Ze vergroten de biodiversiteit in het gebied door akkerranden in te zaaien of meer inheemse soorten aan te planten. Een grotere rijafstand van tarwe en gebruik van een keverklapper dragen ook bij aan natuurinclusieve landbouw. Met behoud van rendement.

In 2024 deden aan het deelproject Broekstreek Oude Diep van Boer Burger Natuur Drenthe (BBND) 35 mensen mee. Het zijn zowel boeren als burgers die zich hard maken om de biodiversiteit in het gebied een boost te geven. “Ze willen hier allemaal een steentje aan bijdragen”, zegt Albert Boers van Landschapsbeheer Drenthe en trekker van het deelproject.

Er is een breed pallet aan toegepaste maatregelen, zoals later maaien voor bescherming van weidevogels of inplanten van akkerranden met bloemenmengsels. Tien akkerbouwers experimenteren met een innovatieve tarweteelt: een grotere rijafstand, minder zaaizaad, met bloemenranden en zonder insecticiden.

Zomertarwe op een grotere rijafstand en minder zaad gebruiken, hoeft niet per se ten koste van opbrengst te gaan. Dat merken Roel Jan Scheper en Chris van der Weide, twee boeren in Witteveen: lees hun ervaring in de reportage. Maar deze aanpassing van hun tarweteelt levert wel meer biodiversiteit op. Zeker in combinatie met bloemenranden in de spuitsporen of om hun perceel.

Meer inheemse planten op erven

Verandering van beplanten van erven levert ook winst op voor biodiversiteit. “De agrarische natuurvereniging heeft in 2023 een plan ingediend om de Broekstreek te verbeteren. In deze vereniging zitten zowel boeren als burgers van de Broekstreek. Het plan is om in 2024 en 2025 op 35 erven exotische planten te verwijderen. We maken in overleg met de deelnemers erfinrichtingsplannen voor nieuwe aanplant van inheemse soorten”, vertelt Boers. “Dit jaar hebben al 15 deelnemers nieuwe aanplant gerealiseerd. Hagen van bijvoorbeeld exoten, zoals laurier en coniferen en hortensia’s worden gerooid om plaats te maken voor inheemse soorten zoals meidoornhagen, hazelaars, bosplantsoen, vlierstruiken of fruitbomen of andere solitaire bomen. Inheemse soorten dragen veel meer bij aan biodiversiteit dan exoten. En ze zorgen dat het oorspronkelijke landschap, ook op erven, weer in ere wordt hersteld.” In 2025 bezoekt Landschapsbeheer Drenthe de overige 20 deelnemers voor het opzetten en uitvoeren van erfinrichtingsplannen. “Het doel is om eind 2025 klaar te zijn met alle aanplant en vervolgens aan de slag te gaan met de bewoners om ze ook te leren om het onderhoud goed te doen, zoals het snoeien van struiken en fruitbomen.”

Het plantmateriaal wordt betaald uit het project. “De aanleg van de nieuwe beplanting doen de bewoners van de Broekstreek gezamenlijk om het noaberschap te benadrukken. Met elkaar bezig zijn met het plantmateriaal en hetzelfde doel nastreven, versterkt niet alleen de onderlinge band, maar zorgt ook voor meer landschappelijke waarde en natuur. Hoe mooi is dat”, zegt Boers enthousiast.

Keverklapper werkt

In 2023 hebben Geert Mekkes in Geesbrug en Jeffrey Prins in Wijster voor het eerst een keverklapper ingezet om coloradokevers mechanisch te bestrijden in zetmeelaardappelen. De innovatieve machine, die wordt gehuurd van proefboerderij Valthermond, tikt de kevers van het blad die vervolgens in een opvangbak vallen. “We zetten de keverklapper slim in en vangen de kevers weg aan de randen. Daarmee hopen we dat de telers minder en liever nog geen insecticiden nodig hebben. Dat hangt ook af van de keverdruk”, zegt Frank ter Beke van TBA Agriconsult, die de telers begeleidt. “En we testen de schadedrempels in de praktijk. Daar lijkt toch wel wat ruimte in te zitten.”

Opvangbak met oogst coloradokevers

In 2024 heeft Prins de keverklapper opnieuw ingezet. “Mekkes kon de machine niet gebruiken in dat jaar, omdat het te nat was op zijn percelen”, zegt Boers. Prins heeft de keverklapper vroeg in het seizoen drie werkgangen (in totaal 9 meter breed) rondom een perceel van 5 hectare zetmeelaardappelen ingezet. “Het idee is om hiermee vroegtijdig het oprukken van kevers die vanuit de begroeiing rondom een perceel komen te verhinderen. Het lijkt erop dat dit helpt, want binnen in het perceel is de schadedrempel niet overschreden”, zegt Prins.

Hij heeft binnen in het perceel ook stroken van zes meter breed onbewerkt als referentie en stroken bewerkt met de keverklapper. Een strook een keer per week en een strook een keer per twee weken. Het aantal coloradokevers bleef op beide stroken laag. Kanttekening hierbij is wel dat in 2024 de coloradokeverdruk laag was.” De conclusie van Prins is dat een keer per week de keverklapper inzetten heel veel kevers afvangt. “Of dit bij een hogere keverdruk ook voldoende is, moeten we nog verder onderzoeken. De opbrengst van de stroken waar de klapper is gebruikt leek iets lager, mogelijk door wat bladschade. Maar het zetmeelgehalte in die stroken was met 22% juist weer hoger.”

Jeffrey Prins: 'Het tijdig inzetten van een keverklapper rondom aardappelpercelen voorkomt migratie van kevers in het perceel. Daarmee zijn insecticiden lang niet altijd nodig.'

Insecten hebben uiteraard meer kans als boeren geen insecticiden gebruiken. En meer insecten in de aardappelpercelen vergroot weer het aantal vogels in het gebied. Er loopt ook onderzoek naar de populatie insecten en vogels op deze proefpercelen. “We zetten de resultaten van drie jaar op een rij. “We zien dat veel soorten vogels graag op de percelen komen, zeker ook omdat er FAB-bloemenranden in staan”, merkt Ter Beke.

Prins wil graag verder met de keverklapper. “We hebben alternatieven nodig voor insecticiden. Er is nu nog voldoende keuze in middelen om de kevers met chemie te bestrijden, maar het aantal middelen neemt drastisch af. Als we de klapper tijdig rondom de aardappelpercelen inzetten, voorkomen we migratie van kevers in het perceel. Op langere termijn kan inzet van een keverklapper voor meer telers interessant zijn om de coloradokeverdruk onder de schadedrempel te kunnen houden. Het is niet alleen goed voor de biodiversiteit, het bespaart ook kosten van aankoop van insecticiden.”